dinsdag 29 september 2015

In de extremiteit ligt de schoonheid bij Dead Neanderthals

Dead Neanderthals - Worship The Sun

Relative Pitch Records, 2015


Nog maar nauwelijks bekomen van Dead Neanderthals' overweldigende dark ambient-trip Endless Voids is daar al opvolger 'Worship The Sun', voorzien van prachtig artwork van Elza Zijlstra (Trashworks). Geen uitbreiding van de bezetting deze keer, maar 'slechts' het Nijmeegse duo René Aquarius en Otto Kokke. Het is weer ongenadig raak.

'Worship The Sun' bestaat uit twee tracks van respectievelijk negentien en achttien minuten. Verrassenderwijs horen we Kokke op dit album niet op bariton- maar op sopraansaxofoon. Op de eerste track, Worship, bespeelt Aquarius zijn drums met brushes. Van enige terughoudendheid of gevoeligheid is echter geen sprake: het tweetal gaat er zoals altijd vol in en gas terugnemen is er nauwelijks bij. 

Aquarius' basdrumspel is prominent aanwezig in de mix, klinkt bijna als drums en bas ineen, en dat doet de sound van Dead Neanderthals goed. Een bas wordt derhalve niet gemist. Kokke zoekt het vooral in het hoge en extreme register van de sopraansax en weet met gillende en krijsende klanken moeiteloos zevenendertig minuten te boeien. Op fraaie melodielijnen is hij niet te betrappen maar dat is onderdeel van de charme: juist in de extremiteit ligt de schoonheid van deze muziek.

Worship klinkt in de eerste paar minuten nog redelijk als freejazz (denk John Coltrane ten tijde van 'Interstellar Space'), maar zodra Kokke, gepusht door de razendsnelle basdrums en alomtegenwoordige bekkens, de hogere regionen heeft gevonden, is daar geen sprake meer van; dan rest nog slechts buitensporigheid. Toch is het niet zo dat 'Worship The Sun' luchtdicht verpakt is. Vooral het eerste stuk ademt tussen de extreme stukken door, wanneer de sax de tonen wat langer rekt en de drums even loslaten. Het dient echter om de volgende stoot uit te delen, zeker aan het einde van dit stuk.

The Sun is, al houd je dat bijna niet voor mogelijk, nog radicaler en expressiever dan Worship. Op een goede acht minuten in The Sun valt de zware drums ineens weg en beperkt Aquarius zich even tot het bespelen van bekkens. Kokke gaat echter onverdroten verder met het uitspugen van gierende klanken, zodat van een rustpunt allerminst sprake is. Als de drums weer invallen wordt naar een smerige, intense en explosieve finale toegewerkt die de luisteraar compleet gezandstraald maar gelouterd achterlaat.

'Worship The Sun' is in al zijn onstuimigheid een dijk van een plaat, zoals 'Prime' dat ook was. Hier zijn we voorlopig nog niet klaar mee, maar het volgende project staat alweer voor de deur: met Dirk Serries en Martina Verhoeven vormen Aquarius en Kokke het kwartet Fantoom, waarvan op 30 oktober 2015 de lp 'Sluimer' zal verschijnen, en daarnaast heeft het Nijmeegse tweetal ook met Drvg Cvltvre een plaat opgenomen. Even bijkomen is er dus niet bij, maar is dat erg? Dacht het niet!

https://deadneanderthals.wordpress.com/

http://deadneanderthals.bandcamp.com/ 

zondag 27 september 2015

Verbreding van het klankpalet pakt geweldig uit

Bliksem - Gruesome Masterpiece

 Iron Will, 2015


 

Debuutalbum 'Face The Evil' van Bliksem baarde niet zoveel opzien binnen het thrash metalgenre waarin de Belgische band vertoeft. Wel heeft de band een zeer goede livereputatie hoog te houden. Opvolger 'Gruesome Masterpiece' laat een band zien die verbreding zoekt en vindt en dat op zeer geslaagde wijze. 

Het begint nog allemaal op vertrouwd terrein, want Crawling In The Dirt is pure thrash metal met flitsend gitaarspel. De thrash/speed metal van KYWAS (Kill You With A Smile) wakkert het vuur nog verder aan door nog een stuk feller van leer te trekken, al wordt in het refrein het tempo iets getemperd, wat wonderwel goed werkt. Met Room Without A View wordt het tempo echt omlaag geschroefd, maar halverwege volgt een fantastische versnelling en is de speed metal weer helemaal terug. 

Maar dan wordt het echt anders. Powerballad Mistress Of The Damned valt niet meer onder de categorie thrash metal te scharen maar neigt eerder naar traditionele heavy metal. Dat de band ook catchy uit de hoek kan komen, wordt bewezen met The Hunt, dat enigszins schatplichtig is aan The Devil's Blood en waarvan het refrein nog lang nadat deze plaat zijn rondjes heeft gedraaid blijft hangen. 

Met het lange Morphine Dreams wordt weer ander terrein opgezocht, namelijk dat van doom metal. Black Sabbath is niet ver weg, maar de ijzersterke song afdoen als Sabbath-kloon gaat te ver; daarvoor heeft Bliksem teveel eigen smoel. De Black Sabbath-invloed zien we ook - en zelfs nog iets sterker - terug in het begin van Barbaric Nation, maar die invloedssfeer wordt daarna verlaten voor een op New Wave Of Britisch Heavy Metal gestoeld geluid.

Out Of The Darkness is weer iets langzamer en rustiger, maar denk niet dat het na de openingstracks gedaan is met de snelle thrash metal: tussendoor bevinden zich nog Twist The Knife en Fucked Up Avenue, twee agressieve thrashbombardementen, strategisch geplaatst tussen de langzamere stukken .

Hoe goed en strak de muzikanten van Bliksem ook spelen, de grootste kracht van de Vlaamse formatie is zangeres Peggy Meeussen. Zij heeft een heerlijk ruig randje op haar stem zitten en klinkt krachtig in de snelle en agressieve nummers, maar bovenal bewijst zij haar talent als zangeres in de langzamere nummers waarin het meer op melodie en emotionele zeggingskracht aankomt.

Met 'Gruesome Masterpiece' zet Bliksem een enorme stap voorwaarts. De band heeft het lef om af en toe gas terug te nemen en af te wijken van het geijkte thrash-pad, en dat pakt steeds goed uit. Daardoor klinkt deze plaat lekker gevarieerd zonder dat het aan echte power ontbreekt. Het kan bijna niet anders dan dat deze band enorm in populariteit gaat stijgen. Alleen al op basis van dit album zou dat zeker verdiend zijn.

http://www.bliksemmusic.com/ 

  

vrijdag 25 september 2015

Rock & roll past Russkaja goed, pathetiek en sentiment niet

Russkaja - Peace, Love and Russian Roll

Napalm Records, 2015

 

Noem het ska punk, gypsy punk, zigeunerpolka of voor mijn part folk metal: aanstekelijk is de muziek van Russkaja in ieder geval. Met 'Peace, Love & Russian Roll' is het vanuit Oostenrijk opererende gezelschap toe aan hun vierde langspeler, de opvolger van het geslaagde 'Energia!'. Het aantrekkelijke van de met rock, folk, polka, ska en rock & roll doorspekte Russische muziek is dat vaak stevig wordt uitgepakt. Helaas wordt op deze plaat de energie niet altijd op peil gehouden. 

Toch valt er zeker wat te genieten, zeker aan het begin van de plaat. Opener Rock 'n' Roll Today is een stevige rocker waarin Russische folk, ska en metal een mooie symbiose aangaan. Het daaropvolgende Slap Your Face stampt daar nog even rock & rollend overheen en nodigt uit tot hard meebrullen. Dat wordt zeker een livefavoriet. Het feest gaat nog even door met Hometown Polka. De gitaren zijn iets naar de achtergrond verdrongen, maar de polka-ska is toch heerlijk opzwepend. 

Het eerste dipje is eigenlijk al daar met de vierde track, There Was A Time, ware het niet dat dit lied wordt gered door een pompende tubapartij. Het probleem begint pas echt bij Parachute, een weekhartig en zoetsappig liefdeslied dat de tenen doet krommen. Dat gebeurt later nog twee keer, bij het zwakke Salty Rain en het romantische Radio Song, twee songs waarin de voet van het gaspedaal wordt gehaald en zwaar aangezet sentiment en pathetiek hoogtij vieren.

Met een pessimistische bril bekeken heeft Russkaja op 'Peace, Love & Russian Roll' zijn kruit al in de eerste drie nummers verschoten. Alle songs die erna komen, halen niet het niveau van die nummers, met de bovengenoemde drie tracks als uitschieters naar beneden. Toch mogen ook het stevige You Are The Revolution en de snelle titeltrack er zeker wezen. In de teksten zijn wat flauwigheden te bespeuren, maar muzikale meligheid wordt gelukkig ontweken. 

Dan is er nog de zang van Georgij Makazaria, zingend in het Russisch, Engels en Spaans, die wat overdreven kan overkomen in dramatiek en articulatie en daarom irritatie kan opwekken. Het went echter wel en dan heeft het zelfs zijn charme, zolang hij niet teveel gaat schmieren.

Russkaja levert met 'Peace, Love & Russian Roll' een iets te wisselvallig album af omdat men net te vaak kiest voor sentiment terwijl de band op zijn best is als de Russische folk wordt aangelengd met stevige rock, ska of rock & roll. Er blijft uiteindelijk meer dan genoeg te genieten over, maar gebruik van de programmeerknop is aan te bevelen.

http://www.russkaja.com/

woensdag 23 september 2015

Live: Salon Brut met Tropical Trash, Dead Neanderthals & Lärmschutz

Willemeen, Arnhem

Dinsdag 22 september 2015

 

In het café van Willemeen in Arnhem vindt vanavond Salon Brut plaats: een avond muzikale herrie in de positieve zin des woords. Onderbroken door de lekker eigenwijze bak lawaai die DJ Bart Hard ons voorschotelt, treden drie uiteenlopende bands op voor een klein maar aandachtig luisterend publiek.

Lärmschutz
Als eerste treedt het Utrechtse trio Lärmschutz aan. Het drietal omschrijft hun muziek als anarchopunk-jazz en er zijn invloeden te horen uit freejazz, noiserock en garagerock. Gedurende vijfentwintig minuten wordt één geïmproviseerd stuk gespeeld met bas, drums, gitaar, elektronica en trombone. De gedeelten waarin Rutger van Driel zijn bas opzij legt en trombone speelt zijn het smakelijkst. Jammer genoeg zijn het slechts drie spaarzame momenten. Verder valt weinig lijn te ontdekken in het gitaarspel van Stef Brans; een duidelijk idee achter zijn muzikale acties is niet hoorbaar. Ook ontbreekt de interactie tussen hem en drummer voor deze avond Gert Komduur. Wellicht dat zij nog aan elkaar moeten wennen, hoewel Komduur wél zichtbaar en hoorbaar luistert naar zijn beide medemuzikanten. Halverwege de set slaat de verveling toe, maar tegen het einde grijpt Lärmschutz je toch bij de kladden, vooral aangestuwd door het drumwerk van Komduur, maar ook door het trombonespel van Van Driel en door Brans die zowaar even op één lijn met zijn muzikale kompanen zit.

Lärmschutz

Dead Neanderthals
Waar Dead Neanderthals tijdens het Valkhof Festival te Nijmegen en het Incubate Festival te Tilburg tot trio was uitgebreid door bijdragen van respectievelijk Drvg Cvltvre en Sten Ove Toft, treden saxofonist Otto Kokke en drummer René Aquarius vanavond 'gewoon' als duo op, maar dat doet aan de intensiteit en kwaliteit van het optreden niet af. In een korte set van ruim twintig minuten wordt door Kokke een hypnotiserende drone neergelegd die door Aquarius van energiek en strak drumspel wordt voorzien. Het van geluidseffecten voorziene baritonsaxspel begint laag, zoekt het gaandeweg hogerop en klinkt imposant, louter door het aanhoudende drone-effect. De repeterende drumpatronen van Aquarius dragen ook bij aan deze monotone maar fascinerende luisterervaring. Het Nijmeegse tweetal slaagt er ook in Willemeen in om een betoverende set neer te zetten. Maar daaraan twijfelen deden we allang niet meer.

Dead Neanderthals

Tropical Trash
Het is jammer dat na Dead Neanderthals een aantal bezoekers het voor gezien houdt, want wat volgt is ook zeker de moeite waard. Het uit Louisville, Kentucky, afkomstige Tropical Trash is een band met twee gezichten. De Amerikanen wisselen korte en snelle hardcore punksongs af met langere vrije jams waarin de noise- en sludgekant van de band op de voorgrond treedt. Opmerkelijk is dat naast de drie bandleden op het podium ook een klarinettist meedoet, al staat die verscholen opgesteld naast het podium achter de geluidsboxen. Hij mengt zich in het geluid van de band in de vrijere gedeelten van het concert en weet zich goed in te passen in de sound van Tropical Trash. De band oogt relaxt (de drummer eet tussendoor even een appeltje) maar toch gedreven. De korte trashy punksongs worden gelukkig niet vergeten en het contrast tussen die nummers en de noisy improvisaties zorgt voor een prettig afwisselend optreden.

Tropical Trash

Het is jammer dat vanavond niet meer mensen de weg naar Willemeen hebben gevonden. De drie korte optredens op deze dinsdagavond in het café verdienen meer publiek en hopelijk komt er een volgende keer. Salon Brut is een mooi initiatief en smaakt naar meer.

https://www.facebook.com/TROPICAL-TRASH-140334799370234/timeline/

https://deadneanderthals.wordpress.com/

http://www.larmschutz.nl/

http://www.willemeen.nl/

maandag 21 september 2015

Live: Raven, Martyr & Overruled

Hedon, Zwolle

Zondag 20 september 2015

 

Ooit een invloedrijke metalband, jaren later veroordeeld tot spelen in heel kleine zaaltjes. Dat is het lot van het Britse Raven. Hedon plaatst het trio ook niet in de grote, maar in de kleine zaal, die gelukkig wel goed gevuld is. De band lijkt er niet om te malen, geeft alles, maar laat op deze zondagavond in Zwolle ook heel veel steken vallen. Verslag van een avond die voortijdig en in mineur eindigt.

Overruled
En het begint nog wel zo goed met Overruled, een Nederlandse band waarvan de leden nog moesten worden geboren toen Raven hoogtij vierde. Het viertal brengt wel speed- en thrash metal die geworteld is in de jaren tachtig. Er lijkt wel enige nervositeit te bespeuren bij zanger/gitarist Remco Smit, maar zijn stem lijdt daar gelukkig niet onder. Wel zingt hij zijn partijen zonder enige gezichtsexpressie. Dat wordt ruimschoots gecompenseerd door leadgitarist Ronald Reinders - die zelfs het publiek in duikt - en bassist Joeri Klaassens, die als een links- en rechtsbuiten in een voetbalelftal regelmatig van vleugel wisselen. Doordat het drumstel van Raven al op het podium staat geposteerd, moet drummer Gerald Warta plaatsnemen in een onopvallend hoekje. De muziek van Overruled is niet erg origineel, her en der lijken wat citaten uit het grote speed- en thrashmetalboek te worden gehaald, maar de songs zitten goed in elkaar, zijn hard maar melodieus en worden behoorlijk strak uitgevoerd. Een lekkere binnenkomer.

Overruled

Martyr
Gitarist Rick Bouwman van Martyr is een oude rot in het vak, want hij was er al bij toen de Utrechtse band in 1982 werd geformeerd. Eind jaren tachtig hield de band het voor gezien, maar in 2005 zag een nieuwe incarnatie van Martyr het licht met uiteraard Bouwman aan het roer. De band is te vinden op de door Aardschok-journalist Robert Haagsma samengestelde dubbel-cd/driedubbel-lp 'Dutch Steel' met het geweldige Speed of Samurai en februari jl. stond men nog op het Dutch Steel Festival, dat ook in Hedon plaatsvond (maar dan in de grote zaal). Dat optreden kenmerkte zich door een overdaad aan enthousiasme, maar het werkte wel. Vandaag kost het zanger Rop van Haren veel meer moeite om de 'massa' (100 man) in beweging te krijgen. Hij blijft het hardnekkig proberen, is regelmatig op de vloer te vinden, schudt handen, grijpt een camera en haalt alles uit de kast om de mensen tot interactie te bewegen, maar alles kan rekenen op slechts een matige respons. Misschien komt dat laatste wel door het songmateriaal van Martyr, dat in ieder geval vanavond niet al te sterk overkomt. De door Iron Maiden en Mercyful Fate beïnvloedde metalstijl van Martyr beklijft niet en jammer genoeg wordt Speed of Samurai niet gespeeld. De band heeft de opnames van een nieuwe plaat afgerond. Hopelijk is het songmateriaal op die plaat beter dan wat vanavond in Hedon wordt gespeeld.

Martyr

Raven
De vroeger zo magere broertjes John en Mark Gallagher, die samen met toenmalige drummer Rob Hunter begin jaren tachtig met 'Rock Until You Drop', 'Wiped Out' en 'All For One' de New Wave of British Heavy Metal mede vorm gaven, zijn uitgegroeid tot forse, dikbuikige vijftigers. Het heeft iets treurigs de broers zo op het podium te zien staan als een karikatuur van zichzelf (het doet een beetje aan de documentaire over Anvil denken, of aan Spinal Tap), maar aan de andere kant: de heren zijn trouw gebleven aan hun muziek (uitgezonderd een mislukt commercieel avontuur halverwege de jaren tachtig) en bijbehorende levensstijl en ze hebben nog steeds zichtbaar plezier in het spelen van hun eigen vorm van heavy metal.

Voor een in belangrijke mate uit oudere metalfans bestaand publiek opent Raven met Destroy All Monsters, afkomstig van hun laatste plaat 'ExtermiNation', maar natuurlijk wil iedereen de oude krakers horen. Die komen er ook snel, met Hard Ride, Live At The Inferno en All For One. Gitarist Mark Gallagher werkt zich een slag in de rondte en transpireert al na het eerste nummer alsof hij zojuist een marathon heeft gelopen. Bassist John Gallagher is ook beweeglijk maar komt wat beheerster over, wellicht omdat hij ook moet zingen. Het geluid is niet perfect (de drums klinken wat te hard en de zang iets te zacht) maar kan er mee door.

Raven

Tot zover niets aan de hand, al brengt Raven niet meer die tomeloze energie die hun hoogtijdagen kenmerkte, maar dat mag ook niet worden verwacht van deze heren op leeftijd. Het gaat mis vanaf Rock Until You Drop, waarin te vaak om publieksparticipatie wordt gevraagd, het middenstuk het stukje reggae mist en de song te lang wordt gerekt. Het nummer eindigt met een lange gitaarsolo van Mark Gallagher, waar beter het volgende nummer meteen ingezet had kunnen worden. Vervolgens volgt Lambs To The Slaughter en wéér een gitaarsolo. De vaart wordt op deze manier uit het optreden gehaald en het wachten op de oude klassiekers als Hell Patrol en Don't Need Your Money (waarvan wel pesterig een klein stukje van het intro wordt gespeeld) wordt niet beloond. 

Het oudje Mind Over Metal komt wel voorbij maar wordt erg matig uitgevoerd. Van 'athletic rock' lijkt geen sprake meer. Opvallend is dat een aantal mensen uit het publiek al de gang heeft opgezocht, kennelijk niet onder de indruk van wat op het podium wordt geboden. Het is jammer, maar het zichtbare plezier en de energie die de leden van Raven uitstralen, komen niet tot uitdrukking in de muziek. De snelle nummers van de eerste drie platen waren met name bepalend voor de populariteit van de band, maar spijtig genoeg blijven die nummers grotendeels achterwege. Als de band na Mind Over Metal vervolgt met drie matige midtempo rockers van 'ExtermiNation', is het tijd om naar huis te gaan, daarmee het risico nemend een klassieker als Faster Than The Speed Of Light te missen, maar deze vergane glorie is te pijnlijk om nog langer te kunnen verdragen. 

http://www.ravenlunatics.com/ 

http://www.martyronline.nl/

http://www.overruledband.com/

zondag 20 september 2015

Live: Incubate 2015 (zaterdag) met Fire!, James Welburn, Terakaft, Jasper Stadhouders' International Improv Ensemble, Dirk Serries/Rutger Zuydervelt en Tarwater

Incubate Festival, Tilburg

Zaterdag 19 september 2015

 

Zoals al opgemerkt in het verslag van donderdag: het muziekaanbod van Incubate is zo gigantisch groot dat keuzes gemaakt moeten worden. Vandaag pakken die keuzes gelukkig erg goed uit. En waar voor Op Duvel op donderdag vooral veel te beleven was in het Midi Theater, is het vandaag vooral jazzcafé Paradox waar op het scherpst van de snede wordt gemusiceerd.

Tarwater (Dudok)
In de zaal van Dudok wordt om 16:00 uur afgetrapt door het Duitse Tarwater. Bernd Jestram en Ronald Lippok opereren al sinds 1995 onder deze naam. Hun muziek wordt vaak als post-rock neergezet, maar dat stempel past niet erg goed op wat vanmiddag getoond wordt. De naam Kraftwerk komt eerder naar boven, al vertoont de muziek van Tarwater duidelijk meer indie-trekjes. De twee heren staan achter hun tafels met elektronica en het optreden komt in eerste instantie nogal vlak over, veroorzaakt door de minimalistische sound en de droge, monotone zang van Lippok, maar toch is het gebodene vindingrijk en fantasievol. Na een paar nummers hangt Jestram zijn basgitaar om en in de tweede helft van het concert komen een paar dansbare beats tevoorschijn, wat de indietronica van de Duitsers aanzienlijk verlevendigt. Al met al is Tarwater een aangename opener van deze festivalzaterdag.

Tarwater

Dirk Serries en Rutger Zuydervelt (Paradox)
Gitarist Dirk Serries en elektronica-wizard Rutger Zuydervelt (ook opererend onder de naam Machinefabriek) mogen hun atmosferische ambient- en dronekunsten vertonen in een een zeer goed gevuld Paradox. De voorzichtig opbouwende klanklandschappen missen hun uitwerking niet op het aanwezige publiek, want dat is muisstil. Gelukkig maar, want de zacht beginnende en traag opbouwende set vraagt om aandachtige beluistering. Het duo oogt geconcentreerd en hun klanken komen regelmatig over als afkomstig van één entiteit, waarbij opvallend is dat van enige communicatie tussen de muzikanten geen sprake is: niet één keer kijken de heren elkaar aan. Serries speelt lange, drone-achtige stukken, bespeelt zijn gitaar ook met een strijkstok, en Zuydervelt is verantwoordelijk voor geluidseffecten waarvan je je afvraagt waar ze vandaan komen. Hij produceert betoverende en soms knisperende geluiden, zoals in de laatste paar minuten van het optreden, die hij alleen voor zijn rekening neemt. De klanken van het tweetal wekken gaandeweg steeds meer bewondering, werken hypnotiserend en het luide en langdurige applaus dat Serries en Zuydervelt ten deel valt is meer dan verdiend. 

Dirk Serries en Rutger Zuydervelt

Jasper Stadhouders' International Improv Ensemble (Paradox)
Uitgezonderd de afsluitende zondag vindt op iedere dag van Incubate een optreden plaats van Jasper Stadhouders' International Improv Ensemble. Dat betekent zes avonden op rij vijfenzeventig minuten lang een volledig geïmproviseerde set, gespeeld door muzikanten uit verschillende landen die door Stadhouders zijn uitgenodigd. Vanavond vindt dus de laatste sessie plaats en het tiental improvisatoren vertoont geen spoortje van moeheid. Ieder van de muzikanten pakt zijn of haar moment om als solist te schitteren en daarom is het noodzakelijk om de hele tienkoppige bezetting te noemen: Luis Vicente (Portugal) - trompet, Mette Rasmussen (Denemarken) - altsaxofoon, Edoardo Marraffa (Italië) - tenor- en sopraninosaxofoon, John Dikeman (USA) - tenorsaxofoon, Johannes Bauer (Duitsland) - trombone, Leo Svirsky (USA) - piano en accordeon, Jasper Stadhouders (Nederland) - gitaar, Peter Ajtaj (Hongarije) - bas, Onno Govaert (Nederland) - drums en Steve Heather (Australië) - drums. Het ensemble herbergt de volledige bezetting van het onvolprezen Cactus Truck, wat niet verwonderlijk is omdat Stadhouders hier zelf deel van uitmaakt. De vijf op vol volume door elkaar heen toeterende blazers zorgen voor een kakofonie van geluid die regelmatig terugkeert. Tussendoor vinden de muzikanten elkaar in kleinere bezettingen of wordt gesoleerd. De mooiste solo komt op naam van Marraffa op sopraninosax en de leukste op naam van Rasmussen, die een enthousiaste schreeuw vanuit het publiek tijdens een van haar solo's beantwoordt met eenzelfde schreeuw. In het overwegend jonge gezelschap is voorts de 61-jarige nestor Bauer een opvallende verschijning. Hij doet in begeestering niets onder voor zijn jongere collega's. Met een lange, zachte trompetklank van Vicente komt een einde aan een lange en uitputtende maar indrukwekkende groepsimprovisatie. Maar wat wil je met zo'n topbezetting?

Jasper Stadhouders' International Improv Ensemble

Terakaft (Midi Theater)
Heel andere koek is de desert blues van het uit Mali afkomstige Terakaft. Hun muziek blijkt perfect om bij te komen van de veel van het gehoor vergende vrije impro van Jaspers Stadhouders' ensemble. De in traditionele gewaden met hoofddoek geklede gitaristen van Terakaft zijn een opvallende verschijning op het podium. Net als op hun laatste plaat Ténéré (Alone) bevat de met Sahara-roots doordrenkte muziek een lekker scherp randje, veroorzaakt door het sprankelende elektrische gitaarspel en het stevige maar soepele fundament dat door bas en drums wordt gelegd. Het songmateriaal biedt genoeg afwisseling, waardoor het concert niet te eenvormig wordt en bovenal nodigen de meer uptempo nummers uit tot dansen, wat dan ook volop gebeurt in de goed gevulde zaal. 

Terakaft

James Welburn (Paradox)
Bassist James Welburn maakte indruk met zijn debuutplaat Hold, waarop bas en drums vergezeld gaan van noisy drones. Vandaag komt Welburn zijn plaat live uitvoeren. Waar Serries en Zuydervelt werden verlicht door spaarzame blauwe lampen, worden Welburn en zijn drummer verlicht door hetzelfde aantal rode lampen. Waar de donkerte op het podium perfect paste bij de ambient- en droneklanken van Serries en Zuydervelt, past het toch minder goed bij de muziek van Welburn. Niet dat de muzikanten moeten baden in het licht, maar iets meer verlichting had wel gemogen. Het optreden komt nu erg afstandelijk over en dat is jammer, want muzikaal valt er heel wat te beleven. De aan de bas ontlokte elektronische effecten missen hun uitwerking niet en het geheel wordt op hoog volume geserveerd. De nummers die gespeeld worden hebben stuk voor stuk iets dreigends en zwellen naarmate ze vorderen aan tot een dichte, imposante geluidsmuur. Enige subtiliteit van de plaat gaat weliswaar verloren, maar de heavy sound past goed bij de onheilspellende drones. Ondanks de kanttekening bij de verlichting een overweldigend optreden.

James Welburn

Fire! (Paradox)
En tot slot is daar het Zweedse trio Fire!, dat speelt alsof hun leven ervan afhangt en de ultieme poging doet je trommelvliezen aan gort te blazen. Saxofonist Mats Gustafsson, bassist Johan Berthling en drummer Andreas Werliin maken grote indruk met een beukende set die de mosterd niet alleen haalt uit de improvisatiemuziek maar ook uit punk, garagerock en noiserock. Het fundament wordt gelegd door de stuwende bas van Berthling, waaroverheen drumbeest Werliin maniakaal tekeer gaat (man, wát een energie!) en Gustafsson zijn longen uit zijn lijf blaast op (vooral) baritonsax en (in één nummer) tenorsax. Gustafsson moet na elk stuk zijn riet vervangen. Tussendoor krijgen we nog twee noisy elektronicastukken voor de kiezen. In een kort praatje stelt de nabij de Oostenrijks-Hongaarse grens wonende Gustafsson nog even het vluchtelingenprobleem aan de orde, waarbij hij opmerkt dat er echt iets moet veranderen, voordat weer een nieuw massief geluidsbombardement op het publiek wordt afgevuurd. Af en toe is er even tijd voor wat meer subtiliteit, maar lang duurt dat niet; het dient vooral om naar de volgende mokerslag toe te werken. In de toegift wordt nog even alles uit de kast getrokken, voordat de band het podium definitief verlaat en het publiek murw gebeukt maar volstrekt voldaan achterlaat.

Fire!

James Welburn speelt op 10 oktober in het Energiehuis te Dordrecht
Terakaft speelt op 28 oktober in Luxor Live te Arnhem. 

http://incubate.org/2015/

http://earthwindand.com/wp/

http://www.miasmah.com/recordings/james_welburn.html

https://www.facebook.com/terakaft

https://jasperstadhouders.wordpress.com/about/

http://www.dirkserries.com/

http://www.machinefabriek.nu/index.php/news/available_now__1

http://tarwater.de/ 

vrijdag 18 september 2015

Live: Incubate 2015 (donderdag) met Shining, Dead Neanderthals, Three Trapped Tigers, Youff en Eegah

Incubate Festival, Tilburg

Donderdag 17 september 2015 

 

Incubate is een veelzijdig festival voor de meer avontuurlijk ingestelde muziekliefhebber en speelt zich af op diverse locaties (voornamelijk) in de binnenstad van Tilburg. Het festival duurt een hele week, van maandag tot en met zondag, en biedt een keur aan 'cutting edge culture'. Op Duvel is er op donderdag en zaterdag. Het muziekaanbod is zo gigantisch groot dat keuzes gemaakt moeten worden. Zo gaat het bijvoorbeeld niet lukken om het concert van Fennesz en Arve Henriksen bij te wonen, ten faveure van Dead Neanderthals en Shining. Ook Jaspers Stadhouders' Improv Ensemble gaat 'em niet worden vandaag, maar zaterdag is er gelukkig een herkansing, want dit internationale gezelschap speelt iedere avond in Paradox.

Eegah (BKKC)
Het duo Eegah wordt door artistiek directeur (en in BKKC ook dj) Vincent Koreman aangekondigd als de meest primitieve band van Tilburg. Zelf zegt het tweetal dat ze uit een hol komen. En inderdaad, primitief is de sound van Eegah zeker, wat des te meer opvalt in het kunst- en cultuurcentrum waar wordt opgetreden. Het is pas het tweede optreden van Eegah, maar de rudimentaire rock met slechts drums, gitaar en zang gaat erin als koek. Het enthousiasme van het duo werkt aanstekelijk, de presentatie is lekker nonchalant ('hoe gaat het ook alweer?' vraagt de drummer aan de gitarist, die het nummer vervolgens even voorzingt) en de losse sfeer doet het (te) korte optreden goed.

Eegah

Youff (Hall of Fame)
Eegah mag dan uit een hol komen gekropen, het Vlaamse noiserockduo Youff speelt in een donker hol (of Fame). Bij dit duo zijn het drums en bas die het moeten doen, gecombineerd met schreeuwzang. De bas wordt direct tegen de versterker aan geplaatst en de bassist komt met een paar oerschreeuwen, die helaas niet overkomen omdat zijn microfoon nog uit staat. Als de bas wordt omgehangen, volgt een muur van geluid die qua volume zijn weerga niet kent. Het komt echter over als veel geschreeuw en weinig wol. Tijd voor de oordopjes, en dan blijkt achter het oorverdovende lawaai zowaar enige muzikaliteit te schuilen. Toch kan het niet echt boeien en waar bij Eegah de vijfentwintig minuten van het optreden als erg kort worden ervaren, lijkt datzelfde aantal minuten bij Youff juist lang te duren.

Youff

Three Trapped Tigers (Midi Theater)
Op uitnodiging van Dead Neanderthals spelen vandaag Shining, Dead Neanderthals zelf en Three Trapped Tigers in het Midi Theater. Laatstgenoemde band heeft al een tijdje geen release meer op zijn naam staan, heeft ook langere tijd niet opgetreden, maar timmert inmiddels weer aardig aan de weg, getuige een set met nieuw materiaal. De zeer begaafde muzikanten laten niet na hun kunnen te etaleren, maar zonder te vervallen in technisch gepiel of uitgebreide solo's. De noiserock wordt gebracht met mathematische precisie, maar desondanks ontbreekt het de muziek niet aan gevoel. De Londenaren maken veel gebruik van toetsen en elektronica (zo staan er twee laptops op het podium) maar toch is het gitaarwerk minstens zo belangrijk in de sound van de band. Drummer Adam Betts maakt indruk met strak drumspel, dat zich niet beperkt tot het neerleggen van een standaard beat of groove maar avontuurlijk zijn weg zoekt in complexe maatsoorten. De presentatie is wat mat, maar dat doet niet af aan het sterke staaltje instrumentale noiserock.


Three Trapped Tigers

Dead Neanderthals (Midi Theater)
Het Nijmeegse Dead Neanderthals weet te verrassen met performances die steeds weer anders zijn. Vanavond wordt het duo vergezeld door de Noorse noisepionier (Sten Ove) Toft. Hij neemt het begin alleen voor zijn rekening met elektronische geluiden. Als drummer René Aquarius invalt, valt op hoe hard wordt gespeeld; de vloer van de zaal trilt onder de voeten. Saxofonist Otto Kokke heeft er geen moeite mee langdurig dezelfde noot te spelen en legt zodoende een drone neer waar Toft naar hartelust overheen kan experimenteren. Zijn gitaar wordt niet bespeeld maar mishandeld, gemanipuleerd met elektronische effecten en uiteindelijk blijft geen snaar van het instrument heel. Kokke zoekt naar verloop van tijd een hoger register op en Aquarius blijft strak drummen. Ongemerkt en subtiel verschuift het geluid langzaam en net als bij het optreden van Dead Neanderthals met Drvg Cvltvre op het Valkhof Festival in Nijmegen, raak je als luisteraar in een soort trance waar maar geen einde aan hoeft te komen. Dat einde komt er wel, na een goed half uur. Dead Neanderthals en Toft beuken het publiek murw met een bak free noise die zeer doet aan de trommelvliezen, overdondert en nog lang nagonst.

Dead Neanderthals

Shining (Midi Theater)
Lang nagenieten is er echter niet bij, want het Noorse Shining maakt ook nog zijn opwachting en stelt niet teleur. De van oorsprong jazzmuzikanten leggen zich sinds 'Blackjazz' uit 2010 toe op progressieve maar extreme metal, waarin hun jazzachtergrond duidelijk naar voren komt. In tegenstelling tot wat de term 'blackjazz' impliceert, heeft de muziek van de Noren weinig uit te staan met black metal. En ook steeds minder met jazz, zo blijkt uit het optreden van vanavond. Het nieuwere materiaal, waaronder drie stukken van de nog te verschijnen plaat 'International Blackjazz Society', blijkt wat rechtlijniger en minder jazzy dan voorheen. Wel speelt de band een eigenzinnige vorm van metal die live volop overtuigt. Frontman Jørgen Munkeby wisselt tussen gitaar en tenorsaxofoon en opvallend genoeg gaat niets aan intensiteit verloren wanneer hij saxofoon in plaats van gitaar speelt. Erg extreem is zijn saxofoonspel overigens niet. Totdat twee nummers van 'Blackjazz' voorbij komen. Die nummers zijn duidelijk extremer, hoekiger, meer jazzy en Munkeby laat zich op zijn sax ook meer gaan. Wanneer de band in het daaropvolgende nummer ook nog een bijna dansbare groove weet te vinden, kan het optreden niet meer stuk. Voor Op Duvel een waardige afsluiter van een mooi avondje Incubate.

Shining

Dead Neanderthals speelt op 22 september in Willemeen te Arnhem. 
Shining speelt op 15 november in Tivoli De Helling te Utrecht.

http://incubate.org/2015/

http://www.shining.no/

https://deadneanderthals.wordpress.com/

http://threetrappedtigers.believeband.com/

http://livefastdieyoung.be/

https://www.facebook.com/Eegah.Band

dinsdag 15 september 2015

Lou Barlow houdt het sober en intiem op 'Brace The Wave'

Lou Barlow - Brace the Wave

Domino, 2015


Lo-fi boegbeeld Lou Barlow behoeft eigenlijk geen introductie. Nadat hij Dinosaur Jr. verliet bracht hij de indierockwereld juweeltjes van lo-fi songs met de band Sebadoh. Helaas stonden de platen van Sebadoh niet vol met Lou Barlow-songs, want de andere twee bandleden droegen eveneens hun songwritersteentje bij. Barlows composities  staken wel met kop en schouders boven die van zijn kompanen uit. Hij beperkte zich overigens niet tot Sebadoh, maar maakte ook platen met The Folk Implosion en Sentridoh. Daarnaast bracht hij ook nog solomateriaal uit.

Na elkaar jarenlang voor rotte vis uitgemaakt te hebben, vonden J. Mascis en Lou Barlow elkaar weer en trad Barlow opnieuw als bassist toe tot Dinosaur Jr., met als resultaat drie uitstekende albums. Twee jaar geleden kwam ook nog 'Defend Yourself' uit, de eerste Sebadoh-plaat sinds 1999. Het is ook alweer zes jaar geleden dat Barlows laatste solo-cd 'Goodnight Unknown' het licht zag. Hoog tijd dus voor een opvolger.

Waar de soloplaten van Lou Barlow in het verleden nog wel eens als demo's klonken, is dat bij 'Brace the Wave' anders. Het betreft weliswaar veelal thuis opgenomen liedjes, maar er is meer aandacht besteed aan de uitwerking ervan. Resultaat is dat de plaat nog wel ruw, ongepolijst klinkt, maar niet krakkemikkig, wat een groot voordeel is. De plaat bevat bovendien negen afgewerkte liedjes en geen schetsen van wat in potentie goede songs zouden kunnen zijn.

Barlow heeft op 'Brace te Wave' alle instrumenten zelf bespeeld. Meestal bestaat de begeleiding van zijn stem slechts uit gitaar en/of ukelele, soms aangevuld met basgitaar, mandoline, ritmebox of synths. De teksten zijn, zoals we van Barlow gewend zijn, erg persoonlijk; wie deze plaat beluistert is onvermijdelijk getuige van 's mans zieleroerselen, of het nu om relaties, ouder worden of zijn verhuizing gaat. 

Op deze plaat voorziet Barlow zijn teksten van erg mooie melodieën. Bij sommige nummers, zoals het openhartige Pulse, komt wel ongewild de vraag op hoe het geklonken zou hebben als Sebadoh het op plaat gezet zou hebben, maar toch doet de sobere, kale, soms zelfs wat verstilde aanpak de nummers goed. Moving kent een fraaie synthesizerpartij die de folky song naar een hoger plan tilt. Curieus is dat de melodielijn van Repeat lijkt op de melodielijn van Vaarwel Lieveling van Gorki, al is het onwaarschijnlijk dat Barlow dat nummer kent.

Met dertig minuten is 'Brace the Wave', zoals op de hoes te lezen is, 'a short long playing album'. Tussen de negen liedjes zijn geen zwakke broeders te ontdekken, wel hoogtepunten zoals de drie hiervoor genoemde nummers. Het uptempo Wave is er ook zo een, evenals het meer ingetogen Lazy. De nummers nestelen zich langzaam in je hoofd en het is prettig nagenieten nadat deze persoonlijke, sobere en intieme plaat is afgelopen.

Lou Barlow speelt op 1 oktober 2015 in Doornroosje te Nijmegen.

http://www.loobiecore.com/



zondag 13 september 2015

Dichter bij traditionele metal dan ooit

John Zorn - The True Discoveries of Witches and Demons

Tzadik, 2015

 

Zoals eerder al opgemerkt (zie hier) kent John Zorns output geen grenzen, evenals zijn neiging om elke muzikale vondst helemaal uit te melken. Slechts enkele maanden na het uitkomen van 'Simulacrum' ligt de opvolger in de schappen. Tussendoor heeft Zorn nog twee cd's onder eigen naam uitgebracht en deze maand wordt alweer een album uitgebracht. 

'The True Discoveries of Witches and Demons' is de tweede plaat van het trio dat nu als Simulacrum door het leven gaat: John Medeski op orgel, Matt Hollenberg op gitaar en Kenny Grohowski op drums. Op dit album worden zij bijgestaan door gitarist Marc Ribot en bassist Trevor Dunn. Het geluid klinkt daardoor nog iets voller dan op 'Simulacrum', maar is het ook beter? Antwoord is ja.

Marc Ribot is als gitarist niet voor één gat te vangen; met bijna speels gemak begeeft hij zich in uiteenlopende genres. Het bekendst is hij van zijn werk bij Tom Waits, maar hij is ook een vaak terugkerende gast op albums van John Zorn. Bovenal is Ribot een uitstekende rockgitarist, zoals ook op dit album blijkt. Hij verrijkt de meer metalgeoriënteerde stijl van Hollenberg met zijn typische, heldere maar ook robuuste gitaarspel.

Trevor Dunn is ook een veelvuldig door Zorn opgeroepen muzikant en daarnaast is hij natuurlijk de bassist van Mr. Bungle. Hoewel op 'Simulacrum' de bas niet werd gemist, is ook Dunn op 'The True Discoveries of Witches and Demons' een verrijking voor het klankpalet van de band. Meest opvallend is dat in het Mirrors of Being, waarin Dunn zich van een zeer melodieuze kant laat horen.

Met een bezetting zoals op deze plaat bestaat het risico dat het groepsgeluid te vol wordt, waardoor nuance verloren gaat en de muziek niet meer ademt, maar Zorn weet een dergelijke valkuil altijd te omzeilen. Zo ook hier: elk instrument komt duidelijk naar voren in een kraakheldere productie. Medeski weet zich nu geruggesteund door twee gitaristen en slaagt er moeiteloos in de ene na de andere fraaie orgelsolo over de heavy rocksound heen te leggen. Grohowski's drumspel is voorts meer metalgericht dan op 'Simulacrum' en zijn zeer snelle spel op Sorcerer is indrukwekkend.

Een duidelijk verschil met de voorganger is dat John Zorn op 'The True Discoveries of Witches and Demons' de stukken korter houdt. Alleen de laatste twee tracks zijn langer dan zeven minuten; de overige acht nummers klokken tussen twee en vijf minuten. Dit compactere format zit Simulacrum als gegoten. 

Niet eerder heeft Zorn met een gezelschap de traditionele metal zo dicht benaderd, al zijn de meer op jazz gebaseerde ritmes ingewikkelder dan bij de doorsnee metalband. Vooral de eerste drie stukken op deze plaat hakken er stevig in. Pas vanaf The Power of the Runic Symbols komen Zorns typerende Masada- en Naked City-kenmerken meer naar voren en wordt de plaat spannender en veelzijdiger. 'Simulacrum' deel twee klopt daarmee zijn voorganger op punten. Op naar nummer drie!

http://www.tzadik.com/



vrijdag 11 september 2015

Live: The Godfathers & Elements

Luxor Live, Arnhem

Donderdag 10 september 2015

 

Niets mis met een nostalgietrip op z'n tijd. The Godfathers hadden hun fifteen minutes of fame in de tweede helft van de jaren tachtig en waren daarna snel weer vergeten. Met 'Birth, School, Work, Death' maakten de Britten wel een sterke rockplaat en de meeste nummers van die plaat staan anno 2015 nog fier overeind, zo blijkt vanavond in Luxor Live in Arnhem.

Aan het Belgische Elements de ondankbare taak om het voorprogramma te verzorgen. Ondankbaar? Ja, want als Elements klokslag half negen begint is nog vrijwel niemand aanwezig. Langzamerhand druppelen wat toeschouwers binnen, maar die blijven allemaal achterin de zaal hangen. De Belgen doen nochthans hun uiterste best, proberen de mensen met hun muziek mee te krijgen, en gelukkig zonder (wanhopig) te vragen of het publiek dichterbij wil komen. 

Elements komt voort uit de New Wave-band Red Zebra en muzikaal hebben de Bruggenaren de zaakjes prima op orde. Geluid, songs, techniek, speelvreugde: het klopt allemaal. De muziek is alleen wel heel erg in de jaren tachtig wave blijven hangen. Van een 'magnificent modern sound', zoals vermeld op de website, is geen sprake, die sound doet juist heel erg retro aan. Dat neemt niet weg dat het viertal een goede set neerzet voor wie ervan houdt, maar de vraag is wie op deze jaren tachtig new wave-revival zit te wachten.



The Godfathers klinken ook gedateerd, maar deze band was er dan ook al in de jaren tachtig. Bovendien ontbreken de new wave-invloeden en moeten de Londenaren het hebben van een rechttoe-rechtaan rockgeluid dat toch meer van alle tijden is. Ooit stond de band op Pinkpop, maar vanavond moeten The Godfathers het doen met slechts veertig toeschouwers  in de grote zaal van Luxor Live. De band slaagt er wel in dat publiek volop mee te krijgen.

Natuurlijk is het wachten op de nummers van 'Birth, School, Work, Death' en gelukkig putten de Britten volop uit die mijlpaal uit 1988. Al vroeg komen 'Cause I Said So en If I Only Had Time voorbij en blijkt dat de band hun (indie)rock en rock & roll nog steeds met verve weet te brengen. De gebroeders Coyne staan nog steeds, eh... gebroederlijk naast elkaar op het podium, waarbij Chris het stuwende baswerk verzorgt en de immer nors en boos kijkende Peter nog steeds overtuigend zingt. Hij is overigens best goed geluimd, al trapt hij tijdens This Is War expres een door wat toeschouwers nogal pesterig op de rand van het podium geplaatst muurtje van bierflesjes omver.

Vanzelfsprekend spelen The Godfathers ook songs van hun overige platen, maar opvallend is dat weinig voorbij komt van comebackplaat 'Jukebox Fury' uit 2013. Nu is dat geen al te best album, dus erg is het niet. Ook tijdens het optreden in Luxor Live blijken niet alle songs even goed, maar de mindere tracks worden handig weggemoffeld tussen de hoogtepunten die er genoeg zijn, zoals I Want You, I'm Unsatisfied, The Strangest Boy en Love Is Dead



Klapstuk van de avond is de sterke uitvoering van When Am I Coming Down, maar helaas wordt het eveneens van 'Birth, School, Work, Death' afkomstige Obsession overgeslagen. De titeltrack komt als laatste toegift voorbij maar dit nummer wordt, hoewel luidruchtig meegescandeerd door de aanwezigen, niet geweldig gespeeld. De sarcastische voordracht van de plaat komt live niet zo goed uit de verf en voorts ontbreekt op het einde het 'ahahah'-koortje.

Het is maar een kleine smet op een goed optreden. De muziek van The Godfathers is op zich niet heel bijzonder, is zelfs wat eendimensionaal, maar de Engelsen weten met hun simpele rock toch anderhalf uur lang te boeien. 

http://www.godfathers.uk.com/ 

http://www.elementsmusic.be/band.html 

woensdag 9 september 2015

Abstracte klanktapijten met sax, tuba en draaitafel

DunningWebsterUnderwood - Bleed

Adaadat, 2015


 

DunningWebsterUnderwood trekt de aandacht met een niet alledaagse bezetting, die bovendien compleet andere muziek maakt dan je op grond van die bezetting zou verwachten. Het trio komt met een cd met abstracte klanktapijten, waarin geen plaats is voor enige muzikale schoonheid. Toch intrigeert 'Bleed' van begin tot eind.

Graham Dunning is een experimentele muzikant die in zijn werk gebruik maakt van draaitafels en effecten, niet zelden afkomstig van gevonden objecten. Dunning maakte vorig jaar twee platen samen met baritonsaxofonist Colin Webster, die ook samenwerkte met o.a. Dead Neanderthals en Mark Holub. Het trio wordt gecompleteerd door Sam Underwood op tuba, die met mede-tubaspeler Stuart Estell het duo ORE vormde. 

ORE bracht in 2012 het album 'Granolithic' uit, waarop beide lage instrumenten met name het doom- en drone-spectrum verkenden. Webster deed ook zoiets (en meer) in een uitgebreide versie van Dead Neanderthals op het Incubate-festival 2014, zoals te horen is op 'Endless Voids', dat recent op cd en lp is verschenen. Het mag niet verwonderlijk heten dat op 'Bleed' lange noten de boventoon voeren, al gebeurt er veel meer dan alleen dat. 

Hoewel met name Webster in staat is het nodige muzikale geweld voort te brengen met zijn baritonsax, blijft dat hier voornamelijk achterwege. Er wordt beheerst gespeeld door zowel Webster als Underwood. Laatstgenoemde produceert veel diepe, donkere klanken die langzaam uit een ondergronds hol lijken te kruipen. Webster verkent een groter muzikaal gebied, gromt soms met de tuba mee maar zoekt ook hogere regionen op, blaast soms alleen lucht door zijn instrument of gebruikt alleen de kleppen. In Grapefleckserpent pakt hij toch even noisy uit. Dunnings geluiden,die voornamelijk lijken te komen van de draaitafel, treden niet vaak op de voorgrond maar zijn toch opvallend aanwezig en hij verlevendigt daarmee de zware klanktapijten van Webster en Underwood. 

'Bleed' blijft echter een abstract muzikaal landschap, opgedeeld in elf stukken die allemaal onder de zes minuten klokken. Het kan even duren voordat de muziek landt, maar dan blijkt de op het eerste gehoor lelijk klinkende experimentele muziek toch de nodige schoonheid te bevatten, niet in ritme of melodie, want die zijn afwezig, maar in de meeslepende spanning die deze muzikanten al zoekend weten te creëren.

http://adaadat.co.uk/dunningwebsterunderwood/ 

http://grahamdunning.com/

http://www.oretubadoom.com/

http://colin-webster.blogspot.nl/