donderdag 30 april 2015

Colin Stetson en Sarah Neufeld brengen betoverende luistertrip

Colin Stetson & Sarah Neufeld - Never Were The Way She Was

Constellation Records, 2015


Vier jaar geleden is het alweer dat Colin Stetson me steil achterover deed slaan met de CD 'New History Warfare Vol. 2 - Judges'. Dat was een plaat waarop de Amerikaanse saxofonist alles zelf deed, uitgezonderd wat vocalen van Laurie Anderson en Shara Worden. Stetson speelde voornamelijk bassaxofoon op die plaat en het was werkelijk ongelooflijk dat het geluid dat hij daarmee creëerde door één instrument werd voortgebracht, in één take, zonder overdubs of loops. Behalve een technisch hoogstandje was 'New History Warfare Vol. 2 - Judges' ook een goed beluisterbare plaat, zij het niet de meest toegankelijke.

In 2012 kwam Stetson op de proppen met 'Stones', een samenwerking met Mats Gustafsson, een van mijn favoriete saxofonisten. Het bleek een tegenvaller, met name door een gebrek aan melodie en ritme. Ook de opvolger van 'New History Warfare Vol. 2 - Judges', 'New History Warfare Vol. 3 - To See More Light', haalde het niet bij Vol. 2. Hoewel ook een erg mooie plaat, bood Vol. 3 vooral meer van hetzelfde. De vraag was dan ook of Colin Stetson in staat zou zijn buiten de geëffende paden van zijn unieke maar beperkte stijl te treden.

Het antwoord is er nu middels 'Never Were The Way She Was' van Colin Stetson en zijn Canadese levenspartner Sarah Neufeld. Neufeld maakt sinds 2004 deel uit van Arcade Fire, waarmee ook Stetson heeft samengewerkt. In 2013 hebben Stetson en Neufeld samen de soundtrack verzorgd van 'Blue Caprice', een film gebaseerd op de sluipmoorden in Washington DC in 2002.

'Never Were The Way She Was' is een fantastische plaat geworden. De wat lichtere, op sommige momenten wat ijle, vioolklanken van Neufeld sluiten perfect aan op het zware en vernuftige saxspel van Stetson. Opnieuw is geen sprake van overdubs of loops. Het album is als een soundtrack van een imaginaire film te beluisteren: van kop tot staart wordt een verhaal verteld in acht muzikale delen die qua sfeer verschillen maar toch een logisch geheel vormen. Sommige nummers zijn meer sferisch van aard (And Still They Move) of zelfs tegen het minimalistische aan (het titelstuk), maar op andere momenten weet het duo juist energiek uit de hoek te komen (In the Vespers, The Rest Of Us). Voor mij is voorlopig hoogtepunt With The Dark Hug Of Time, waarop Stetson geen saxofoon maar contrabasklarinet speelt en Neufeld met haar vioolspel een dreigende, onheilspellende sfeer schept.

En zo weet Stetson zijn muziek toch te vernieuwen. Er valt echt bijzonder weinig aan te merken op 'Never Were The Way She Was'. Hooguit is het einde wat te sferisch, maar dat is niet genoeg om afbreuk te doen aan een betoverende luistertrip die bij herhaalde beluistering alleen maar aan kracht wint. 

Colin Stetson en Sarah Neufeld spelen op 30 april in Lantaren Venster te Rotterdam, op 1 mei in de Oosterpoort te Groningen, op 2 mei in het Bimhuis te Amsterdam en op 3 mei in De Effenaar te Eindhoven.

http://colinstetson.com/

http://sarahneufeldmusic.com/

http://cstrecords.com/cst113/

 

maandag 27 april 2015

Live: Donnerwetter

Café De Kroeg, Arnhem

Zondag 26 april 2015


Aan Oranjefeesten heb ik een broertje dood. Toch begeef ik me vanavond in de drukke binnenstad van Arnhem, want Donnerwetter treedt op bij café De Kroeg. Van hun debuutplaat ben ik erg onder de indruk (zie hier) en ik ben benieuwd hoe het live klinkt. Het optreden maakt onderdeel uit van een klein festival dat zich buiten afspeelt. Het is gelukkig droog en de sfeer is goed. Wel lopen veel passanten vlak voor het podium langs, maar daar valt weinig aan te doen.

Donnerwetter speelt een set van ongeveer vijfendertig minuten en lost in die korte tijd de door de plaat gewekte verwachtingen moeiteloos in. Rocco Ostermann is goed bij stem en gitarist Wout Kemkens zorgt voor fraai en tegendraads gitaarspel. Een basgitarist heeft de band niet in de gelederen maar wordt ook niet gemist; toetsenist Matthijs Stronks zorgt voor de baspartijen. Drummer Mike Visser is in de weer met drumstokken, paukenstokken en brushes.



Wat Donnerwetter zo aangenaam maakt om naar te luisteren, is de afwisseling die het songmateriaal biedt. De band opent met Mojo Hand, dat zonder pauze wordt gevolgd door een sterke uitvoering van  Ego, sowieso een van de mooiste nummers van de LP 'Donnerwetter'. Persoonlijke favoriet In The City komt ook al snel voorbij en dan kan het optreden eigenlijk al niet meer stuk. Er wordt gas teruggenomen in Dressed Up, zonder dat ook maar iets aan intensiteit verloren gaat. Bij het bijzonder dansbare en dus toepasselijk getitelde Dance is het moeilijk om stil te staan. De set wordt afgesloten met Silent One, het langste nummer van het concert, met vooral aan het slot geweldig gitaarwerk. 

Hoewel pas kort geleden ontdekt, behoort Donnerwetter al tot mijn favoriete Nederlandse bands. Ik wil het viertal dan ook graag eens een volledige set zien spelen in een zaal.

Donnerwetter speelt op 27 april op Oranjepop te Nijmegen, op 5 mei op Vrijpop te Beuningen, op 14 mei op Jannarok te Diepenheim, op 15 mei tijdens het Hoogte 80-festival te Arnhem, op 24 mei op Pinksterpodium@Lokaal42 te Helmond, op 27 juni in DRU Cultuurfabriek te Ulft, op 4 september tijdens de stadsfeesten te Doetinchem en op 16 september in het Burgerweeshuis te Deventer.

http://www.donnerwetterband.com/

https://www.facebook.com/donnerwettermusic 

http://www.cafedekroeg.nl/

zondag 26 april 2015

Death/doom metal van Heavydeath beklijft niet

Heavydeath - Eternal Sleepwalker

Svart Records, 2015


Het getuigt niet van grote fantasie als je death/doom metal speelt en je je band Heavydeath noemt. De bandnaam is echter wel toepasselijk. Heavydeath speelt een vrij primitieve vorm van death/doom metal zonder opsmuk en een ingewikkelde bandnaam past daar natuurlijk niet bij.

De drie leden van Heavydeath hebben hun sporen al verdiend in andere bands, waarvan Runemagick de bekendste is. Als Heavydeath hebben de Zweden al een aantal demo's en een EP uitgebracht, maar 'Eternal Sleepwalker' is het eerste volledige album. 

Eén ding wordt bij beluistering direct duidelijk: slechts drums, bas en één gitaar zijn nodig om een moddervet geluid neer te zetten. De plaat klinkt niet geproduceerd, waardoor een ongepolijste rauwe sound ontstaat waarmee de band indruk maakt. Toch ben ik enigszins teleurgesteld over het eindresultaat.

Bij opener Ascending lijkt er nog niets aan de hand. De death/doom metal wordt zonder franje geserveerd, de gitaar klinkt laag en het tempo is traag. Uiteraard is Black Sabbath inspiratiebron nummer één, maar ook Cathedral en Candlemass laten hun sporen na.  Halverwege het nummer gaat het tempo iets omhoog, overigens zonder dat ook maar enig snelheidsrecord wordt gebroken. De cleane zang doet aan gothic metal denken en de grunt is puur death metal. 

Na deze opening blijkt dat Heavydeath daarmee zijn hele verhaal al verteld heeft. De daaropvolgende tracks volgen allemaal min of meer hetzelfde stramien en dan blijkt ook dat de sound meer imponeert dan het songmateriaal. Het aantal memorabele riffs is dun gezaaid en het dreint vaak allemaal iets te lang door waardoor de aandacht verslapt. Echt mindere nummers staan er niet op het album maar het lijkt allemaal teveel op elkaar. 'Eternal Sleepwalker' is daardoor een plaat die ik liever in gedeelten beluister dan in zijn geheel. 

http://www.heavydeath.com/

https://www.facebook.com/heavydeathofficial 


donderdag 23 april 2015

The Lucid Dream biedt meer dan alleen psychedelische rock

The Lucid Dream - The Lucid Dream

Holy Are You Recordings, 2015


The Lucid Dream komt uit Carlisle, Engeland, en deze titelloze plaat is het tweede volledige album van het viertal. De band wordt gemakshalve ingedeeld in het hokje 'psychedelische rock'. Voor een gedeelte is dat ook wel terecht, de sound neigt soms naar het illustere Spacemen 3, maar er wordt meer geboden op 'The Lucid Dream'. Invloeden zijn talrijk maar niet zodanig dat de groep geen eigen gezicht heeft.

De plaat opent geweldig met het instrumentale Mona Lisa. Het nummer begint rustig met ijle gitaarklanken maar barst na twee minuten los in een aanstekelijke psychrockjam met een hoofdrol voor de beide gitaren. Mona Lisa duurt dik acht minuten maar is voorbij voordat je er erg in hebt. Prachtig. Fans van Spacemen 3 en My Bloody Valentine zullen er zeker van houden. Het daaropvolgende Cold Killer doet er niet veel voor onder. De niet al te opvallende maar voor de muziek toepasselijke vocalen doen hun intrede. Hoewel ook hier het psychrockelement overheerst, vallen er ook wat doom- en new wave-invloeden te bespeuren. Het nummer klinkt daardoor bijna eighties (denk Jesus & Mary Chain, Joy Division).

Zijn de eerste twee songs allebei redelijk rechttoe rechtaan rockers te noemen, bij The Darkest Day/Head Musik komt wat meer experimenteerdrift om de hoek kijken. De toetsen spelen een wat grotere rol. Het tempo ligt aanvankelijk wat lager maar het nummer mondt uit in een heerlijke kakofonie van synths en gitaren. Ook een hoogtepunt. In het korte Moonstruck wordt het tempo weer opgeschroefd.

Daarna zakt de plaat toch even in. Unchained Dub biedt muzikaal niet zoveel interessants. Unchained komt het dichtst bij een standaard popsong en daarvoor geldt hetzelfde. Het lijkt in eerste instantie ook op te gaan voor Morning Breeze, maar hier wordt naar een mooie noisy climax toegewerkt. Verrassend is vervolgens het slotstuk van de plaat, het in 6/8 maat gespeelde You & I. De sixties zijn hier niet ver weg. Het nummer klinkt bijna lieflijk, maar schijn bedriegt: iets over de helft wordt een ontregelende fuzzgitaar ingezet. 

Ondanks de verschillende invloeden is 'The Lucid Dream' een coherente plaat die niet teleurstelt. Misschien klinkt het album in eerste instantie wat steriel, maar het geheel nestelt zich wel langzaam in je hoofd en dan blijkt dat 'The Lucid Dream' een met veel gevoel gemaakte plaat is.

https://www.facebook.com/theluciddream



maandag 20 april 2015

Afwisseling troef op debuut Donnerwetter

Donnerwetter - Donnerwetter

Eigen beheer, 2014


Soms ontdek je een band erg laat. Pas vorig jaar, bij het uitkomen van hun derde album  'Welcome Back Wolf', ontdekte ik wat een fijn, dwars, hoekig bandje Shaking Godspeed is. 'Welcome Back Wolf' was een van mijn favoriete platen van 2014. Het was de eerste plaat waarop gitarist/zanger Rocco Ostermann meedeed. 

Diezelfde Rocco Ostermann blijkt al een lange staat van dienst te hebben in verschillende bands. Zo bracht hij twee albums en twee ep's uit met het semi-legendarische Magic Fish en stond hij met die band op Pinkpop. Ook won Ostermann de prijs voor beste gitarist tijdens de Grote Prijs van Nederland in 1993.

En nu blijkt er al sinds december een plaat te zijn van Donnerwetter, met op gitaar Ostermann en Wout Kemkens (ook in Shaking Godspeed). Keyboardist Matthijs Stronks en drummer Thijs Verwer completeren het viertal op de plaat. De laatste is inmiddels vervangen door Mike Visser. De lp-presentatie heeft plaatsgevonden in Luxor Live in mijn woonplaats Arnhem. Het is helemaal aan mij voorbij gegaan. Gelukkig ben ik nog wakker geworden, want ik ben heel enthousiast over 'Donnerwetter'.

Ostermann is niet voor één gat te vangen, zoveel wordt duidelijk na beluistering van 'Donnerwetter'. Op de website wordt de stijl omschreven als 'avantgarde-rock with roots' en dat dekt de lading aardig. Sommige invloeden zijn duidelijk: Beefheart, Zappa, Waits. Donnerwetter weet overal wel een eigen draai aan te geven en het geheel te verpakken in goed in het gehoor liggende songs. 

Zoals dat op de laatste Shaking Godspeed ook het geval was, heeft elke song op 'Donnerwetter' wel een twist of hook waardoor het uitstijgt boven het niveau van de standaard popsong. Zo zijn er het dwarse gitaartje in opener Dance, het contrast in de vocalen in het refrein van In The City en het hoekige maar aanstekelijke ritme van Ego. En dat zijn alleen nog maar de eerste drie nummers van de plaat. Er staat geen enkele mindere track op 'Donnerwetter'.

Hoewel er overeenkomsten zijn met Shaking Godspeed, staat Donnerwetter toch helemaal op zichzelf. Er is vaak ruimte voor een akoestische gitaar en de muziek klinkt over het algemeen wat minder druk dan bij Shaking Godspeed. Maar vooral onderscheidt Ostermann zich hier als een goede en veelzijdige zanger: mooi zingend in Goddamn Alive en Silent One, fluisterend in Love Is Not Around, rauw in In The City en raspend als Tom Waits in Crosseyed Dog. 'Donnerwetter' is gewoon een heerlijke, zeer afwisselende plaat die met terugwerkende kracht tot mijn favorieten van 2014 behoort.

Donnerwetter speelt op 26 april in Café De Kroeg te Arnhem, op 27 april op Oranjepop te Nijmegen, op 14 mei op Jannarok te Diepenheim, op 15 mei tijdens het Hoogte 80-festival te Arnhem en op 27 juni in DRU Cultuurfabriek te Ulft.

http://www.donnerwetterband.com/

https://nl-nl.facebook.com/donnerwettermusic



vrijdag 17 april 2015

Live: Kamchatka, Sister Johnson & Of Stone And Fire

Brigant, Arnhem

Donderdag 16 april 2015


Op 22 mei komt Kamchatka met een nieuw album, 'Long Road Made Of Gold'. Dat weerhoudt de Zweden er niet van om nu alvast op toer te gaan. Een half jaar geleden speelden ze al in Brigant in Arnhem. Kennelijk is dat goed bevallen want vanavond staat de band er weer, voorafgegaan door twee regionale bands.

Het Arnhemse Of Stone And Fire mag het spits afbijten. De band speelt volgens eigen zeggen 'in your face' rock. In de praktijk houdt dat in: rock uit de jaren negentig. Foo Fighters en Queens Of The Stone Age zijn inspiratiebronnen, overigens zonder dat Of Stone And Fire ook maar een beetje in de buurt komt van deze voorbeelden. Het trio speelt een enthousiaste set voor slechts een handjevol mensen. Bij Brigant staan de meeste mensen buiten te roken en dat blijft de overgrote meerderheid ook doen tijdens de beide voorprogramma's. Jammer. Nu is het gebodene ook niet iets om over naar huis te schrijven. De songs zijn wat rommelig, overgangen lijken niet te kloppen en in de langere nummers waarin het kennelijk de bedoeling is spanning op te bouwen wordt dat doel niet bereikt. Integendeel, naarmate de set vordert slaat de verveling toe. De band is echter nog jong, dus hopelijk is nog wat groei mogelijk.

Sister Johnson uit Nijmegen heeft de zaakjes beter voor elkaar. Hun rock is wat meer gepolijst dan die van Of Stone And Fire en bovendien klopt het muzikale plaatje. Ook Sister Johnson moet het doen voor een sfeerloze zaal met een tiental toeschouwers, maar de vijf op het podium laten zich daardoor niet uit het veld slaan. Toch slaagt de band er niet in om me te pakken. De muziek is daarvoor wat te degelijk. Er zijn geen uitschieters en ondanks wisseling in tempo klinkt het geheel niet gevarieerd genoeg. Sister Johnson lijkt een band die het goed zou doen op feesten en partijen, en dat zal niet de bedoeling zijn.


Als Kamchatka na elven eindelijk aan de beurt is (je kunt je afvragen of twee voorprogramma's niet teveel van het goede is), is de kleine zaal beter gevuld, maar bij lange na niet vol. Kamchatka heeft Per Wiberg in de gelederen, bekend als toetsenist van Opeth en Spiritual Beggars, en daarom had ik een grotere opkomst verwacht. Wiberg speelt in Kamchatka overigens geen toetsen maar bas. De band speelt heavy bluesrock en voegt aan dit redelijk uitgekauwde genre helemaal niets toe. Gitarist Thomas Juneor Andersson slingert de ene na de andere gitaarsolo de zaal in, maar een geweldige solist is hij niet. Het klinkt allemaal veel te voorspelbaar. De songs zijn niet van zodanige kwaliteit dat er ook maar één blijft hangen. Na een uur is het optreden al voorbij, maar voor mij heeft het lang genoeg geduurd.

En zo moet ik concluderen dat sprake is van een teleurstellende avond. Ik kom graag bij Brigant omdat daar regelmatig leuke onbekende bands worden geboekt die je op andere podia niet ziet. Dan kan het natuurlijk een keer tegenvallen. Voor mij is dat vanavond dus zo. Volgende keer beter.

Kamchatka speelt nog een paar keer in Nederland: op 17 april in De Peppel te Zeist (met Karma To Burn), op 18 april in Bolwerk te Sneek (met Karma To Burn en Kong), op 19 april in De Reünie te Geleen en op 7 augustus tijdens City Rock te Leeuwarden. 
Sister Johnson speelt op 2 mei in Hill's Café 66 te Bergharen (met Electric Gypsies).
Of Stone And Fire kun je eind augustus zien en horen op het Rockin Parkweg Festival te Ede.

http://kamchatka.se/

https://www.facebook.com/Kamchatkaofficial

http://sisterjohnson.nl/

https://www.facebook.com/sisterjohnson

http://ofstoneandfire.nl/

https://www.facebook.com/ofstoneandfire

http://www.brigant.nl/

dinsdag 14 april 2015

Uniek Oostenrijks duo houdt het kort op 'Spot'

Attwenger - Spot

Trikont, 2015 


Attwenger bestaat al sinds 1990 uit Markus Binder (drums, elektronica, zang) en Hans-Peter Falkner (accordeon). De muziek is een unieke mengeling van Oostenrijkse volksmuziek, folk, hiphop en punk. En dat gezongen in Boven-Oostenrijks dialect (Oberösterreichisch). Tenzij je uit die streek komt, versta je er dus geen bal van. Gelukkig hindert dat niet.

Na een paar platen in hun kenmerkende folkpunk-met-hiphopinvloeden stijl, kwam Attwenger in 1997 met 'Song' op de proppen, waarop de nummers met een korte tot normale songlengte waren vervangen door drie lange stukken van ieder een kwartier, plus een track van zes minuten. De tracks volgden geen normale songstructuur, waardoor 'Song' wat geduld van de luisteraar vergde. Pas vijf jaar later verscheen opvolger 'Sun', waarop de songs weer wat korter waren en waarop ook het Boban Markovic Orkestar en Fred Frith bijdragen leverden. Op het zeer goede 'Dog' deed het duo weer alles zelf, evenals op de laatste studioplaat 'Flex'. Vorig jaar verscheen 'Clubs', waarop live-opnamen van verschillende concerten. De plaat had een wat collage-achtig karakter, wat niet steeds bevredigend uitpakte.

Op 'Spot' kiest Attwenger voor de korte vorm. Dat betekent dat je 23 tracks voorgeschoteld krijgt. Eigenlijk zijn dat twaalf tracks die klokken tussen twee en drie minuten. Daartussenin bevinden zich elf korte intermezzo's van 24 tot 80 seconden. De cd duurt exact veertig minuten, dus ook wat dat betreft houdt Attwenger het kort. De plaat biedt muzikaal gezien geen nieuwe inzichten in waar Attwenger voor staat - het duo heeft alles al eens eerder gedaan - maar het pakt op 'Spot' allemaal wel goed uit. De nodige elektronica wordt in de nummers verweven, er worden regelmatig effecten (waaronder een bak distortion) op de accordeon gezet en Markus Binders voordracht doet wat droogkomisch aan (al is dat misschien helemaal niet zo bedoeld). De invloeden uit de Oostenrijkse volksmuziek zijn nog steeds duidelijk te horen, maar geïntegreerd in het unieke geluid van het duo. Op het eerste gehoor kan het wel wat als teveel van hetzelfde klinken, maar na een paar luisterbeurten is dat euvel verdwenen. 

En die teksten dan? Niet te verstaan dus, maar waar gaat het eigenlijk over? Dat antwoord is te vinden op de website van het Duitse platenlabel Trikont:

"Thematisch beleuchtet Spot Folgendes:
Nicht alleine sein, Tourismusunfalltourismus, Ende der bekannten Welt, Gegenübertum, Unfugsfuge, Minimalismus, Erfrorenheit, spontane Homoerotik, Monodialog, Wortroulade, Immernochsong, Leckfunk, Jalousienblick, Überwachungsfolgen, Leere Versprechungen, Polkapunk, Automatisierung, Schweigen, Davonlaufen, Wohnen, Quatsch, Plärren, Alleine sein."

Weten we dat ook weer.

http://attwenger.at/

http://trikont.de/category/musik/kunstler/attwenger/





zaterdag 11 april 2015

Muzikale krachtpatserij van The New Wave Of Dutch Heavy Jazz

V/A - The New Wave Of Dutch Heavy Jazz

Eigen beheer, 2015

Bestaat jouw favoriete jazz uit met brushes bespeelde drums, een soepel lopende contrabas, een aangenaam tapijt neerleggende piano en een keurig op het akkoordenschema solerende saxofoon of trompet? Hoed je dan, want aan de rand staat een horde jonge geluidsterroristen klaar die er heel andere maatstaven op nahoudt.

'The New Wave Of Dutch Heavy Jazz' is natuurlijk een knipoog naar dat oude metalgenre van eind jaren zeventig, begin jaren tachtig: 'The New Wave Of British Heavy Metal', met als voornaamste vertegenwoordiger Iron Maiden. Hoewel ik ook liefhebber van dat genre ben, gaat het hier heel ergens anders over. Op het verzamelschijfje staan vier vertegenwoordigers van de Dutch Heavy Jazz die mikken op de onderbuik. Er wordt overigens niet alleen maar hard en agressief gespeeld; af en toe wordt wat gas teruggenomen.

Dat gebeurt niet door het Nijmeegse Dead Neanderthals, bestaande uit Otto Kokke (saxofoon) en René Aquarius (drums), dat de cd afsluit. Hun Boiled Hands gaat er met grof geschut vol in, om vervolgens vijftien minuten lang niet meer los te laten. Het resultaat is een bak teringherrie, maar een enerverende bak teringherrie, en o wat is dat lekker!

De cd opent met The Cabinet Of Dr. Sakamura van het vanuit Rotterdam opererende Albatre. De opstelling is 'basic' heavy jazz: drums (Philipp Ernsting), bas (Gonzo Almeida) en saxofoon (Hugo Costa), al zijn ook enige effecten te horen. Het trio toont haar veelzijdigheid, door te variëren in dynamiek, agressiviteit, tempo en gekte. Sterk staaltje.

Met Cactus Truck, bestaande uit een Nederlandse ritmesectie (Jasper Stadhouders gitaar en bas, Onno Govaert drums) en een al enige tijd in Nederland verblijvende Amerikaanse saxofonist (John Dikeman), ben ik al wat langer bekend. Met name de tijdens de Amerikaanse tournee van 2012 opgenomen cd 'Live in USA' overrompelde mij volkomen. Zelden heb ik een jazztrio zo hard en agressief uit de hoek horen komen. John Dikeman moet welhaast beschikken over een extra paar longen. Maar de heren hebben meer in  huis dan louter krachtpatserij, zo blijkt. De twee stukken die op 'The New Wave of Dutch Heavy Jazz' staan, klinken voor Cactus Truck-begrippen redelijk rustig. Maar denk niet dat de band de ingetogenheid heeft ontdekt: uiteindelijk wordt die mokerslag toch uitgedeeld, zeker in het tweede stuk Cock Destruct. Ondertussen is goed te horen wat voor heerlijke saxofonist Dikeman is, beïnvloed door Albert Ayler, Charles Gayle en Peter Brötzmann.

Als op de verzamelaar een vreemde eend in de bijt is te vinden, dan is dat Donné Et Désirée. En dat is niet alleen omdat dit combo het doet zonder blazer. Slechts gitaar (Steven Vinkenoog) en drums (Donné Brok) doen het voor Donné Et Désirée. Het duo is duidelijk meer door noise en punk beïnvloed dan de andere combo's op de plaat. Daardoor klinkt hun a whopper, to speak wat minder als jazz en meer als noiserock. Ook valt binnen het stuk een soort drone te bespeuren. Dat doet aan de intensiteit en het improvisatiegehalte van het stuk overigens geen afbreuk.

En zo stelt 'The New Wave Of Dutch Heavy Jazz' nergens teleur, een manco dat voor veel verzamelaars wel geldt. Inmiddels is een nieuwe Cactus Truck-plaat ('Are You Free?')  verschenen en eind mei verschijnt de nieuwe Dead Neanderthals ('Endless Voids', al te bestellen via hun website).

https://deadneanderthals.wordpress.com/

http://albatre.bandcamp.com/

http://www.donne-et-desiree.nl/

https://www.facebook.com/pages/Cactus-Truck/148657158653052




 

donderdag 9 april 2015

Live: Rival Sons & Kill It Kid

Metropool, Hengelo

Woensdag 8 april 2015



Rival Sons is een band waar ik lange tijd niet helemaal van overtuigd was, al waren 'Pleasure And Time' en 'Head Down' best goede platen. Maar vorig jaar was er 'Great Western Valkyrie', een plaat waarop de op Led Zeppelin-leest geschoeide rock volledig was uitgekristalliseerd en daarbij lekker rauw bleef klinken. In Metropool in Hengelo overtuigt de band, al zit de show wat onevenwichtig in elkaar. Daarover straks meer. 

Eerst is het tijd voor het voorprogramma, het Engelse Kill It Kid. Ook deze band klinkt behoorlijk jaren zeventig-retro. Zanger/gitarist Chris Turpin beschikt over een mooie hese stem en de samenzang met toetseniste/zangeres Stephanie Ward klinkt ook aangenaam. Het songmateriaal is helaas niet over de hele linie sterk. Daar komt bij dat de meeste nummers niet 'doorrocken'. De nummers zitten vol stops, meestal om de zangstem van Turpin naar voren te laten komen. Dat haalt het tempo uit de songs. Toch zet Kill It Kid een gedegen optreden neer. Het prettige Hengelose publiek heeft er wel oren naar, getuige het applaus dat de band steeds ontvangt.

Rival Sons is een viertal uit Los Angeles (live aangevuld met een toetsenist) met een imponerende sound. Hoe goed de muzikanten ook mogen zijn, toch heeft de band één hele grote troefkaart: zanger Jay Buchanan. In het begin stoor ik me nog een beetje aan een paar irritante Bono-trekjes, maar ik vergeef het Buchanan graag, want wát een zanger! Jay Buchanan kan klinken als Robert Plant en als Jeff Buckley, maar kent veel kleurschakeringen daartussenin. Van het begin tot het eind is hij goed bij stem en blijft hij moeiteloos alle noten halen. Indrukwekkend.


Het concert van Rival Sons begint ijzersterk met de eerste drie songs van 'Great Western Valkyrie'. Er lijkt weinig mis te kunnen gaan, zeker wanneer ook al vlot een gedreven Pleasure And Time voorbij komt. Toch zakt het optreden even later in. Die inzinking kondigt zich aan met een lange gitaarsolo van gitarist Scott Holiday. Daarna verlaat de hele band het podium, klinken wat vogelgeluiden en zetten de roadies wat krukjes en instrumenten neer. Dit duurt allemaal behoorlijk lang. De band keert vervolgens terug en zet een korte akoestische set neer, ingeleid door mooi gitaarspel van Holiday. Hoe goed de band in de meer intieme setting ook uit de verf komt, het haalt wel de vaart uit het optreden. Het duurt daarna ook even voordat ik weer helemaal kan opgaan in het gebodene. 

Rival Sons wil ook iets te nadrukkelijk laten zien waartoe de band allemaal in staat is: gitarist, zanger en later ook drummer krijgen alle ruimte om hun muzikaliteit te tonen. Dat is niet per sé nodig, maar het gebeurt met zoveel enthousiasme dat het niet echt stoort. 




Naarmate het optreden het einde nadert, wordt de setlist sterker. White Noise en Rich And The Poor worden vol overgave uitgevoerd en dat geldt helemaal voor Where I've Been, fenomenaal gezongen door Buchanan. Als in de toegift ook Open My Eyes nog voorbijkomt, ben ik de inzinking in het midden van het concert al bijna vergeten en keer ik tevreden huiswaarts. Maar volgende keer toch graag zonder akoestische set.

http://www.rivalsons.com/

https://www.facebook.com/rivalsons

http://www.killitkid.com/

https://www.facebook.com/killitkid

http://www.metropool.nl/
 

maandag 6 april 2015

Oosterse metal van Melechesh boeit drie kwartier

Melechesh - Enki

Nuclear Blast, 2015 


Black metal is niet mijn favoriete metalgenre. Als de stijl echter van de nodige genre-vreemde injecties wordt voorzien, kan het zijn dat ik toch over de streep getrokken word. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij het Franse Blut Aus Nord en het Amerikaanse Wolves In The Throne Room (uitgezonderd hun laatste album). Dat zijn bands die de black metal al ver voorbij zijn.

Melechesh is een oorspronkelijk vanuit Jeruzalem, maar al enige tijd vanuit Europa opererende band met Armeens/Assyrische roots. De band mengt hun black metal met Oosterse invloeden die op natuurlijke wijze in het bandgeluid zijn geïntegreerd. Ook zijn invloeden van death- en trashmetal te horen op 'Enki', dus het black metalhokje is veel te beperkt om Melechesh mee te duiden.

Het eerste wat opvalt aan 'Enki', is dat het geluid opvallend helder is. Waar bij veel black metalbands het rockelement volledig verloren gaat door de grote hoeveelheid blastbeats, slaagt Melechesh er bij tijd en wijle in om echt te rocken, wat ik als een grote meerwaarde beschouw. Beste voorbeelden hiervan zijn Lost Tribes en Multiple Truths. Gastbijdragen zijn er van Max Cavalera (o.a. Sepultura, Soulfly, Cavalera Conspiracy), Sakis Tolis (Rotting Christ) en Rob Caggiano (Volbeat, Anthrax), maar nodig zijn deze gastbijdragen eigenlijk niet. Het stoort echter ook niet.

In de sterke eerste vier tracks van de plaat weet Melechesh de zaken redelijk compact te houden, waardoor het lijkt dat wordt afgestevend op een zeer imponerend geheel. Bij Enki - Divine Nature Awoken moet echter de eerste kanttekening worden geplaatst. Het nummer duurt te lang en blijft met name in de rustiger passages niet boeien. Het instrumentale Doorways to Irkala duurt ook te lang en had wat mij betreft helemaal niet op het album hoeven staan. Tot slot duurt ook afsluiter The Outsiders te lang en blijft ook deze track niet tot het einde boeien. Erg jammer, want het eerste gedeelte is ijzersterk.

Met 'Enki' levert Melechesh een sterk metalalbum af, maar als de band erin was geslaagd de langdradigheid die af en toe optreedt in te perken, was de plaat nog veel beter geweest. Nu boeit Melechesh op 'Enki' zo'n drie kwartier, op een plaat die een uur duurt.

Melechesh speelt op 3 mei in NAXTStage te Almelo, op 5 mei in Little Devil te Tilburg en op 6 mei in Willemeen te Arnhem.

 https://www.facebook.com/melechesh




zaterdag 4 april 2015

Live: Reijseger-Fraanje-Sylla

De Toonzaal, Den Bosch

Vrijdag 3 april 2015


Op 1 april jl. heb ik me lovend uitgelaten over de cd 'Count Till Zen' van het trio Reijseger-Fraanje-Sylla. Ik ben benieuwd hoe de heren hun muziek live ten gehore brengen. Het optreden in Den Bosch blijkt een regelrechte sensatie, want live komt de muziek nog beter tot zijn recht dan op plaat.

De Toonzaal is een mooie concertzaal met een goede akoestiek en vanavond is de zaal goed gevuld. Bovendien is De Toonzaal gezegend met een heuse Steinway-vleugel,  voor elke pianist een waar genot om op te spelen. Wel staat de vleugel zo opgesteld dat pianist Harmen Fraanje gedeeltelijk met zijn rug naar het publiek zit. Hij valt daardoor visueel niet zo op, maar dat maakt hij goed met zijn prachtige spel. Hij doseert zijn dynamiek perfect en hij maakt indruk als begeleider en als solist. De interactie met cellist Ernst Reijseger gaat met achteloos gemak, zo lijkt het.

Senegalees Mola Sylla is behalve zanger met een mooie en een zeer herkenbare stem ook een originele percussionist. Hij bedient zich van allerlei, veelal exotische, percussie-instrumenten en loopt ermee over het podium en zelfs achter het publiek langs. Ook als zanger is Sylla op dreef: hij zingt voluit of ingetogen, fluistert en schreeuwt. Dat laatste doet hij in de klankkast van de Steinway, gebruik makend van de resonantie van dat instrument, wat een mooi effect geeft.



De echte attractie is echter toch Ernst Reijseger. Wat een virtuoos is die man. Muzikant en cello zijn gewoon één organisme. Reijseger schuwt dissonanten niet maar kan ook lyrisch spelen. Met hetzelfde gemak als waarmee een verstilde lage noot wordt gespeeld, wordt een groove neergelegd. De snaren van de cello worden opzij geduwd of juist geaaid, het instrument wordt met de achterkant van de strijkstok bespeeld, er wordt getrommeld op de klankkast en regelmatig neemt Reijseger de cello op schoot om het instrument als een soort gitaar te bespelen. Wasknijpers en zelfs een haarklem worden op de snaren van de cello geplaatst. En dat alles niet als gimmick maar steeds met een muzikale bedoeling én resultaat. In Bakou, afkomstig van het laatste album, laat Reijseger zich ook als zanger niet onbetuigd. Zijn tenorstem blijkt goed te kleuren bij de wat rauwe stem van Mola Sylla.

Het trio bestaat dan wel uit muzikanten van verschillend pluimage, toch klinken Reijseger, Fraanje en Sylla als een eenheid. Ook hebben de heren zichtbaar plezier in het musiceren. Ze worden dan ook terecht beloond met een ovatie zoals ik die in De Toonzaal niet eerder heb gehoord. Het trio keert twee keer terug voor een toegift en zo komt een eind aan een nagenoeg perfect concert.

http://reijsegerfraanjesylla.com/

http://www.detoonzaal.nl/







donderdag 2 april 2015

Jaren tachtig speed metal in 2015

Evil Invaders - Pulses of Pleasure

Napalm Records, 2015  


Bij Evil Invaders waan je je volledig terug in de jaren tachtig, toen speed metal werd gespeeld door bands als Exciter, Razor en Agent Steel. Dat betekent metal in hoog tempo maar met gevoel voor melodie en met een flinke dosis gitaarsolo's. De EP 'Evil Invaders'  uit 2013 was veelbelovend. De eerste full length van de Belgen gaat op dezelfde voet verder. 

'Pulses of Pleasure' een energieke plaat noemen is een understatement. Uitgezonderd het als intro voor de laatste track dienende Blinded is even rust nemen er niet bij. De gitaarsolo's vlammen uit de speakers, bas en drums houden het tempo strak en het geheel is zo geproduceerd dat de verschillende instrumenten goed tot hun recht komen. Zanger/gitarist Joe heeft een hoge stem, haalt daarmee ook regelmatig gillend uit en daar moet je van houden. Soms doen die uithalen denken aan John Gallagher van Raven, maar gelukkig blijft Joe's stem wel uit de buurt van hemeltergende zangers als John Cyriis van Agent Steel. Wat zou 'Unstoppable Force' een geweldige plaat zijn met een andere zanger, maar dat terzijde.

'Pulses of Pleasures' kent wat minpuntjes. Zes van de negen tracks klokken tussen vijf en zes minuten en dat is niet altijd nodig. Als sommige songs wat korter en puntiger waren gehouden, zou de plaat aan kracht hebben gewonnen. Nu blijf ik toch niet elk nummer helemaal bij de les, ondanks dat de instrumentale stukken vaak wel goed uitpakken. De refreinen zijn ook niet allemaal even pakkend, waardoor het gevaar op de loer ligt dat het album te eenvormig gaat klinken. Bij Blinded heb ik steeds de neiging om de eerste zin van Remember Tomorrow van Iron Maiden te gaan zingen, zoveel lijkt het op het intro van dat oude Maiden-nummer. 

Dat is dan wel het enige moment dat Evil Invaders teveel op Iron Maiden lijkt. Want hoewel er gedurende 'Pulses of Pleasure' genoeg Iron Maiden-momenten voorbij komen, kan niet worden gesproken van ordinair jatwerk. De stijl van Evil Invaders is daarvoor teveel speed metal. De invloeden zijn herkenbaar maar storen over het algemeen niet. En daarmee zijn we meteen bij de pluspunten aanbeland. 'Pulses of Pleasure' kent een paar erg sterke songs. Twee daarvan, Sirens en Stairway to Insanity, zijn te vinden in het midden van de plaat. Sirens heeft een sterk refrein dankzij een fraai gitaarloopje en Stairway to Insanity, ook met duidelijke Maiden-invloeden, blijft juist wel boeien tot en met het lange instrumentale slot. Opener Fast, Loud 'n' Rude, de titelsong en afsluiter 'Master of Illusion' behoren ook tot de sterke songs van de plaat. Daarmee kom ik op vijf van de negen tracks en dat is toch een behoorlijke score. 


Al met al brengt Evil Invaders met hun eerste volledige album niets wereldschokkends en zeker niets origineels, maar lekker is het wel voor wie van jaren tachtig speed metal houdt.

Evil Invaders speelt op 17 mei in Baroeg te Rotterdam, op 22 mei in Willemeen te Arnhem, en op 24 mei in Naxtstage te Almelo.

https://www.facebook.com/evilinvaders



woensdag 1 april 2015

Eigenzinnig met een grote poëtische kracht

Reijseger-Fraanje-Sylla - Count Till Zen

Winter & Winter, 2015


In 1997 debuteerde cellist Ernst Reijseger bij het Winter & Winter-label met de prachtige solo-cd 'Colla Parte'. Reijseger is het label trouw gebleven en hij heeft in de loop der jaren een uniek en veelzijdig oeuvre gecreëerd, zowel solo als in samenwerking met anderen, zoals koren afkomstig van Sardinië (Tenore e Cuncordu de Orosei) en Reúnion (Groove Lélé), de Italiaanse pianist Franco D'Andrea, celliste Larissa Groeneveld en pianist Frank van de Laar en percussionist Alan "Gunga" Purves. Ook zanger/percussionist Mola Sylla en pianist Harmen Fraanje waren al eerder te horen op albums van Ernst Reijseger, maar steeds in combinatie met andere muzikanten.

In 2013 was er ineens 'Down Deep' van het trio Reijseger-Fraanje-Sylla, een bijzonder smaakvolle luistertrip die ik tot de hoogtepunten uit de discografie van Ernst Reijseger reken. Het afgelopen jaar heeft de cellist ook niet stilgezeten, getuige alleen al de twee cd's die in 2014 op het Winter & Winter-label zijn uitgekomen: het solo-album 'Crystal Palace' en het ter ere van zijn zestigste verjaardag uitgebrachte 'Feature'. En nu is er alweer 'Count Till Zen', de tweede plaat van Reijseger, Fraanje en Sylla.

'Count Till Zen' klinkt bij oppervlakkige beluistering net zo als 'Down Deep', maar bij deze combinatie van muzikanten is dat geen bezwaar. Van een herhalingsoefening is ook allerminst sprake, daarvoor hebben de verschillende stukken teveel een eigen sfeer. Harmen Fraanje is een veelzijdig pianist, onder andere te beluisteren op albums van Eric Vloeimans en Michael Moore. Zijn sprankelende maar als het nodig is ook sobere pianospel is werkelijk een lust voor het oor. Zanger/percussionist Mola Sylla is een naar Nederland uitgeweken Senegalese zanger met een opvallende, ietwat rauwe stem. Soms past die stem precies bij de muziek en soms is juist sprake van een contrast, maar steeds levert het een aangenaam geluid op. Op enkele regels na zingt Sylla in zijn moedertaal Wolof. Reijseger zelf laat zich weer van een veelzijdige kant zien op zijn vijfsnarige cello: strijkend of tokkelend, meegaand of juist tegendraads. Composities zijn afkomstig van alle drie de muzikanten, maar toch klinkt 'Count Till Zen' als één geheel. Het resultaat is een plaat vol eigenzinnige kamermuziek met een grote poëtische kracht.

Op 3 april a.s. is het trio te zien en te horen in De Toonzaal in Den Bosch en op 5 april in Gebouw de Vereeniging in Hilversum.

http://reijsegerfraanjesylla.com/