zondag 7 juni 2015

Een glorieuze herhalingsoefening

Metz - II

Sub Pop, 2015


Drie jaar na 'METZ' komt de Canadese noiserock/punkformatie met de opvolger. Biedt die plaat nieuwe inzichten? Nee, totaal niet. Geeft dat? Nee, totaal niet! Met een wat betere (scherpere) productie en net iets betere songs komt METZ heel goed weg met meer van hetzelfde.

METZ maakt herrie. De gitaren zijn overstuurd, er zit de nodige feedback op, dissonanten worden niet geschuwd en de zang is merendeels schreeuwend. Maar daaronder zit steevast Het Liedje. Het is dus niet zomaar herrie wat dit trio ons voorschotelt; de band weet hun boosheid en agressie om te smeden tot een tiental explosieve liedjes die geraffineerd in elkaar zitten, goed zijn uitgewerkt en gebaseerd zijn op meer dan één riff of idee. 

Dat begint al met het verslavende ritme van de eerste song, adrenalinestoot Acetate, waarna het snellere The Swimmer bewijst dat het nóg energieker kan. I.O.U. klinkt als een snelle, opgefokte Nirvana-song. De beukende riff van Wait In Line gaat vergezeld van een schurende tweede gitaarpartij en ook hier is Nirvana niet ver weg, met name in de zang. Denk dan niet aan Nirvana van 'Nevermind' (uitgezonderd misschien Territorial Pissings) maar meer aan de rauwere kant van de band op 'Bleach' en 'In Utero'. Daarbij moet wel worden aangetekend dat de liedjes van METZ in al hun explosiviteit inventiever en complexer zijn dan die van Nirvana.

De nummers op 'II' zijn meestal kort, maar met Spit You Out bewijst METZ dat een overrompeling ook tegen de vijf minuten kan duren. Dat gitaartje had overigens van Speedy Ortiz kunnen zijn, maar METZ pakt de zaken agressiever aan. De plaat kakt geen moment in en twee van de beste songs sluiten de plaat af: de punkexplosie Eyes Peeled (met gitaarsolo!) en de alles verpulverende noiserock van Kicking A Can Of Worms.

Het doet goed dat er in 2015 naast al die op folk gebaseerde brave popmuziek ook nog van dit soort high energy bands bestaan. Uitgezonderd het korte intermezzo ZZYZX krijg je van METZ op 'II' geen moment rust. De plaat duurt slechts een half uur maar heeft de impact van een exploderend projectiel. Een herhalingsoefening is het, maar wel een glorieuze. Play loud!

METZ speelt op 19 juni op het Best Kept Secret festival te Hilvarenbeek.

http://www.metzztem.com/

https://www.facebook.com/metz



vrijdag 5 juni 2015

Live: Egypt & Tombstones

De Onderbroek, Nijmegen

Donderdag 4 juni 2015


Het is donker in de kelder in Nijmegen die De Onderbroek heet. Ook het podium wordt slechts verlicht door een tweetal blauwe lampen. Die twee lampen blijven de hele avond de enige lampen die aan zijn op het podium. Het schept een sfeer die perfect past bij de twee bands die vanavond optreden: het Noorse Tombstones en het Amerikaanse Egypt. Beide bands brengen een vorm van doom- en stonermetal, maar er zijn duidelijke verschillen.


Laag, lager, laagst. Dat lijkt het credo van Tombstones. De band uit Oslo heeft bas en gitaar verschrikkelijk laag gestemd en de trage, logge doom wordt op letterlijk oorverdovend volume geserveerd. Luisteren zonder oordopjes in je oren is onmogelijk zonder schade op te lopen. Enerzijds past het volume goed bij de muziek die je het beste lijfelijk ondergaat (het dreunt door je hele lichaam), maar als de oordopjes niet van de beste kwaliteit zijn, gaat ook elke nuance verloren: de lage tonen van de bas komen wel uit de verf  maar vooral het gitaarspel komt niet goed naar voren. Zodra de oorbescherming - kort - uitgaat, blijkt dat Tombstones toch een goede sound heeft waarin geen plaats is voor subtiliteiten, melodieuze intermezzo's of technische hoogstandjes. Nee, het Noorse trio moet het hebben van een alles vermorzelende sound die als een stoomwals alles op zijn weg platwalst. Gitarist Björn-Viggo Godtland en bassist Ole Christian Helstad zingen/schreeuwen om beurten maar melodieus is het allemaal niet. Hoeft ook niet. Minpuntje is dat de set wel erg eenvormig is, al zal de ware liefhebber daar geen probleem mee hebben. Naarmate het concert vordert, wordt toch wat variatie aangebracht door wat wisselingen in tempo, zonder dat ook maar eens de hoge versnelling wordt ingeschakeld.


Na het beukende geweld van de Noren, laat het uit Fargo, North Dakota, afkomstige drietal Egypt een andere kant van het doom- en stonermetalgenre horen. Ook bij deze band staat het geluid erg hard maar minder overdonderend dan bij Tombstones. Egypt is de meer muzikale band van vanavond en onderscheidt zich door meer melodie, meer afwisseling, betere instrumentbeheersing en een betere setopbouw. Er is ruimte voor enkele kortere en meer uptempo nummers, waardoor er genoeg variatie in het optreden zit en de band ervoor zorgt dat je bij de les blijft. Echt memorabele songs heeft Egypt niet, maar de riffs en de bluesy gitaarlicks doen hun werk en het verveelt geen moment. De slagroom op de taart bestaat uit Watchin' You, een nummer uit de beginjaren van Kiss, dat als toegift wordt gespeeld en dat Egypt past als de spreekwoordelijke handschoen. Een perfecte afsluiter van een alleszins geslaagd optreden.

https://egypt1.bandcamp.com/

https://www.facebook.com/pages/Egypt-Doom/220951734668136

http://tombstonesoslo.bandcamp.com/

https://www.facebook.com/tombstonesoslo?fref=ts 

http://grotebroek.nl/programma/ 


woensdag 3 juni 2015

Compacte gitaarrock-industrial met eigen smoel

Fruit Of The Original Sin - The Black Lodge

Eigen beheer, 2015


Fruit Of The Original Sin heeft iets met David Lynch. Niet alleen is de bandnaam ontleend aan diens film The Elephant Man, ook is de titel van de deze plaat afkomstig uit de serie Twin Peaks. The Black Lodge is de plek waar iedere ziel doorheen gaat op weg naar perfectie, de  plek waar je met je eigen schaduwzijde wordt geconfronteerd. Fruit Of The Original Sin is met hun derde album aardig op weg naar perfectie.

De muziek van Fruit Of The Original Sin is gemakshalve te omschrijven als gitaarrock-industrial, maar in feite is het een mix van nineties gitaarrock, hardrock, grunge, stonerrock en industrial. Maar voordat je denkt dat 'The Black Lodge' een flipperkast is waarin de bal alle kanten op stuitert: alles is verpakt in compacte songs met een kop en een staart. Nergens op deze schijf worden nummers te lang gerekt of gaat de focus op het liedje verloren door gesoleer, soundscapes of overbodige franje. 

Het viertal uit Nijmegen en Düsseldorf onderscheidt zich van andere bands die in dezelfde vijver vissen door naast de gitaar ook synths een prominente plaats in het geluid te geven. Daarnaast heeft de groep in Freek Philippi een goede zanger in de gelederen. Zijn sombere, boze, donkere teksten passen bovendien goed bij de emotioneel geladen songs. Aanvankelijk kan de plaat wat anoniem voorbij glijden, maar naarmate de CD vaker rondjes draait krijgt 'The Black Lodge' meer en meer smoel; refreinen nestelen zich in je hoofd en zijn daar lastig weer uit te krijgen. Wat ook fijn is aan deze plaat, is dat niet elk nummer het voorspelbare stramien van ingehouden couplet en heftig refrein volgt. 

De derde worp van Fruit Of The Original Sin is een plaat waarop werkelijk alles klopt; van de heftige opener Kali tot de ingetogen afsluiter Solace is de muziek op alle fronten - liederen, teksten, productie, emotie, attitude, dynamiek, variatie -  dik in orde. 'The Black Lodge' kent geen minpunten en veel hoogtepunten. Klasse.

http://fruitoftheoriginalsin.com/

https://www.facebook.com/fruitoftheoriginalsin?_rdr


 

maandag 1 juni 2015

Fris, onbevangen en energiek als een debuutalbum

Thee Oh Sees - Mutilator Defeated At Last

Castle Face Recordings, 2015


Eind 2013 kondigden Thee Oh Sees een pauze voor onbepaalde tijd aan. Die pauze heeft niet lang geduurd, want vorig jaar april was er al 'Drop', waarop niet zoveel was veranderd behalve dat de line-up drastisch was gewijzigd. De opvolger is een goed jaar later alweer uit, de band is eigenlijk nooit weggeweest en het klinkt vertrouwd.

Want al hebben alweer wijzigingen plaatsgevonden in de samenstelling van de band, 'Mutilator Defeated At Last' is op en top Thee Oh Sees: energieke psychedelische garagerock met links en rechts uitstapjes naar andere muziekstijlen, maar dat keurig passend binnen het (toch beperkte, zou je denken) garagerockgenre waarbinnen de band opereert. John Dwyer en consorten trekken op het nieuwe album voor hun doen wel erg stevig van leer en de sound is ook wat zwaarder aangezet zonder dat dit ten koste gaat van de helderheid. 

Dat stevig van leer trekken geldt vooral voor Withered Hand: na een rustig, spannend intro barst het nummer los in overrompelende garagenoise. De sixties zijn vooral te horen op Poor Queen, Led Zeppelin in Turned Out Light, psychedelica in Web en progrock in het lange Sticky Hulks. Holy Smoke is een instrumentaaltje met zachtere en zelfs akoestische gitaren, maar daarna barst de bom opnieuw: Rogue Planet is kort, hard, snel en smerig. Palace Doctor zorgt voor een rustpuntje aan het einde van de plaat.

Na 34 minuten is het alweer voorbij maar in dat korte tijdsbestek gebeurt er heel veel op dit album. Thee Oh Sees lijken te beschikken over een eeuwige jonge hondenmentaliteit en flikken het gewoon weer: een plaat uitbrengen die zo fris, onbevangen en energiek klinkt als een debuutalbum. De kwaliteit van de albums lijdt ook allerminst onder de productiviteit van de band. 'Mutilator Defeated At Last' behoort zelfs tot het beste dat de Californiërs tot nu toe opnamen.

http://www.theeohsees.com/ 

https://www.facebook.com/TheeOhSees 




vrijdag 29 mei 2015

Broeierige jazz van TaxiWars overtuigt net niet helemaal

TaxiWars - TaxiWars

Universal, 2015


Dat Tom Barman met een jazzplaat komt, mag niet eens een verrassing worden genoemd. Binnen zijn band dEUS flirtte hij al regelmatig met jazz in nummers als W.C.S. (First Draft) en Theme From Turnpike. Ook was een prominente rol voor jazzmuziek weggelegd in Barmans regiedebuutfilm 'Anyway The Wind Blows' en daarnaast heeft Barman compilaties samengesteld voor de gerenommeerde jazzlabels Blue Note en Impulse!.

Bij TaxiWars hoort echter niet alle aandacht uit te gaan naar Barman, alleen al omdat hij niet verantwoordelijk is voor de muziek op dit schijfje. Die rol is weggelegd voor de naar New York uitgeweken Belgische saxofonist Robin Verheyen, wiens broeierige composities compact worden gehouden, zonder lange solo's. De soepel en speels opererende ritmesectie bestaat eveneens uit twee naar Amerika uitgeweken Belgen: bassist Nicolas Thys en drummer Antoine Pierre. 

Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat Verheyen dEUS in zijn achterhoofd heeft gehad toen hij zijn stukken voor TaxiWars schreef. De sfeer bijvoorbeeld van Questionsong is te vergelijken met die van het hiervoor al genoemde W.C.S. (First Draft), al overtuigt Questionsong iets minder. Ook sommige zanglijnen van Barman doen onwillekeurig aan zijn belangrijkste band denken, al maakt hij vaak gebruik van effecten om zijn stem te vervormen. Toch onderscheidt de muziek van TaxiWars zich voldoende van dEUS om dit project te rechtvaardigen. 'TaxiWars' is een echte jazzplaat, is stijlvast en blijft ver genoeg verwijderd van het rock- en popidioom waarin dEUS opereert.

Verheyen beperkt zich op deze plaat tot de tenorsaxofoon. Zijn ietwat droge maar warme toon is fraai, vooral in het lage register, waarin hij soms aan Dana Colley van Morphine doet denken (al speelde Colley in die band baritonsax en geen tenorsax). Sowieso doet de combinatie van contrabas, drums en sax door de broeierige sfeer meermaals aan Morphine denken, zoals in opener en hoogtepunt Death Ride Through Wet Snow

Op 'TaxiWars' is veel moois te vinden, maar niet alles overtuigt. De opening is evenwel voortreffelijk: de al genoemde opener en het daaropvolgende Taxiwars zijn adembenemende, jachtige jazzsongsAlsof je in een hard rijdende taxi zit, inderdaad. De saxsolo tilt To The Hyphenated Poets naar een hoog niveau. Ook de heerlijk stuwende afsluiter Colosseum en het stuiterende en funky Your Soul Or Mine maken indruk. Dat geldt echter niet voor een paar tracks in het middendeel van de plaat. Questionsong, Borgerhout Shuffle en Recent Winds klinken iets te laidback en glijden een beetje anoniem voorbij. Het zijn deze tracks die ervoor zorgen dat 'TaxiWars' net niet die geweldig spannende jazzplaat is geworden die er wellicht in had gezeten. Er blijft echter meer dan genoeg te genieten over. Fijn plaatje.

https://www.facebook.com/taxiwars


dinsdag 26 mei 2015

Zatokrev zet grote stap voorwaarts

Zatokrev - Silk Spiders Underwater...

Candlelight Records, 2015


Van de vorige plaat van het uit Basel afkomstige Zatokrev, 'The Bat, The Wheel And A Long Road To Nowhere', was ik aanvankelijk behoorlijk onder de indruk, om er bij het uitkomen van de opvolger achter te komen dat ik de CD na de eerste paar luisterbeurten nooit meer uit de kast heb getrokken. De plaat met de lange titel ontbeert bij nader inzien een eigen gezicht. Van ordinair jatwerk is geen sprake, maar de mosterd wordt overduidelijk bij Neurosis en Cult Of Luna gehaald. Ook op 'Silk Spiders Underwater...' zijn de Neurosis- en Cult Of Luna-vergelijkingen makkelijk te maken, maar toch tekent zich op deze plaat iets van een eigen gezicht af.

Hoewel qua productie geen wisseling van de wacht heeft plaatsgevonden, klinkt 'Silk Spiders Underwater...' veel beter dan zijn voorganger. Het geluid is wat cleaner (maar nog steeds behoorlijk sludgy) en vooral moddervet. Ook worden niet alle nummers tot epische lengte opgerekt, waardoor langdradigheid meestal wordt voorkomen.

Runaway Soul zorgt voor een slepende, langzaam opbouwende opening van het album. Het daaropvolgende Bleeding Island kent een strakke Gojira-riff, maar in tegenstelling tot de Fransen weten de Zwitsers een zekere losheid te bewaren. In Loom wordt voor het eerst gas teruggenomen, is de zang clean en ingehouden en is de spanning voelbaar, totdat na vijf minuten de ontlading komt en even later een flinke versnelling wordt ingeschakeld. Brick In The Sky, opgesierd met cellospel, bestaat uit rustige en harde maar slepende stukken. Ook hier kiest de band voor cleane zang. Mede door het lange (en langzame) outtro haalt Brick In The Sky wel flink de vaart en de spanning uit het album. Gelukkig brengt Discoloration weer leven in de brouwerij. Dit nummer kent weliswaar een ingetogen middenstuk, maar hier wordt de spanning vastgehouden. De uitbarsting die volgt is majestueus. Pas in het voorlaatste nummer, Swallow The Teeth, zijn de Neurosis-schreeuwvocalen terug, in een heavy en uptempo stuk. They Stay In Mirrors besluit het album op epische wijze.

Zatokrev weet op 'Silk Spiders Underwater...' de harde en de meer ingetogen passages over het algemeen goed te doseren. Toch is de plaat, die een uur en vijf minuten in beslag neemt, wat topzwaar, zodat in één ruk uitzitten best een opgave is. Ook heeft de plaat niet de impact die bijvoorbeeld 'Vertikal' van Cult Of Luna heeft, daarvoor zijn de riffs en de songstructuren net niet sterk genoeg. Toch zet Zatokrev een grote stap voorwaarts en bewijzen de Zwitsers bij vlagen ook buiten het Neurosis- en Cult Of Luna-idioom te kunnen opereren.

http://www.zatokrev.com/


 

zaterdag 23 mei 2015

Live: Evil Invaders & Deathisfaction

Willemeen, Arnhem

Vrijdag 22 mei 2015

 

Het Belgische Evil Invaders speelt speedmetal en staat daarbij met beide benen in de jaren tachtig. Op plaat overtuigt de band (zie hier) en in Willemeen geven de heren op vrijdagavond een zeer energieke show. Vanavond staan ook Deathisfaction en Skull Fist op het programma, maar de Canadezen moeten helaas verstek laten gaan.

Het Nijmeegse Deathisfaction opent met een loeiharde set, niet alleen omdat hun thrashmetal erg stevig uitpakt maar ook omdat het geluid oorverdovend hard staat. Te hard. Zanger/brulboei Jeremy speelde voorheen ook gitaar maar neemt nu alleen de vocalen voor zijn rekening. De muziek van Deathisfaction kent de nodige wendingen en dat pakt niet altijd goed uit. De op zich redelijke songs duren vaak te lang. Het adagium 'less = more' is aan de Nijmegenaren niet besteed. Verder plamuurt de drummer het geluid volledig dicht met zijn dubbele bassdrums. Toch zet de band een heel aardig optreden neer met hun krachtige thrashmetal met een flinke scheut hardcore (met name in de vocalen). En een band die eindigt met Motörheads Iron Fist heeft bij Op Duvel een streepje voor!

Evil Invaders zet vervolgens een optreden neer vol met old school speedmetal met alles erop en eraan. Dus ook alle clichés. Is dat erg? Helemaal niet! Alles klopt aan het concept van de Belgen: de muziek,  de gebaren, de kleding en de tomeloze energie. Vanaf opener Fast, Loud 'n' Rude is duidelijk dat de band er vol voor gaat. De vonken spatten van het podium en slaan ook over op het in redelijke getale opgekomen publiek. Op de voorste rij worden de teksten luidkeels meegezongen en er ontstaat regelmatig een kleine moshpit. Een enkeling waagt een stagedive, hoewel het aantal mensen dat vooraan staat niet zodanig groot is dat op een veilige landing te vertrouwen valt. 

Het geluid waarmee Evil Invaders het moet doen, is helaas niet al te best. De drums klinken erg luid ten opzichte van de andere instrumenten en daardoor komt met name het flitsende gitaarspel van beide gitaristen niet goed uit de verf. In hoogtepunt Stairway To Insanity klopt de mix wel eventjes, maar even later verzuipen de gitaren toch weer in de mix. De jaren tachtig speedmetal van het viertal kent voorts geen enkele verrassing, maar de goede uitstraling, de oprechtheid en de gedrevenheid van de band maken veel goed. Evil Invaders komt twee keer terug voor een toegift en bij Willemeen kunnen ze weer spreken van een geslaagde ouderwetse metalavond.

Evil Invaders speelt op 24 mei in NaxtStage te Almelo en op 17 juli in De Effenaar te Eindhoven. 

https://www.facebook.com/evilinvaders

http://deathisfaction.bandcamp.com/

https://www.facebook.com/Deathisfaction

http://www.willemeen.nl/

woensdag 20 mei 2015

Live: The Gories & Meat Wave

De Effenaar, Eindhoven

Dinsdag 19 mei 2015


The Gories, afkomstig uit Detroit, hebben bij garagerockliefhebbers een status om u tegen te zeggen. De band is opgericht in 1986 en na het uitbrengen van drie albums ontbonden in 1992, maar het reünievirus heeft ook The Gories te pakken gekregen. Na de reünietour die samen met The Oblivians werd ondernomen in 2009, doet het trio het op eigen kracht nogmaals in 2015, waarbij vanavond Eindhoven wordt aangedaan. De kleine zaal van De Effenaar is niet uitverkocht maar goed gevuld.

Als opwarmer krijgen we de garagepunk van Meat Wave voorgeschoteld. Dit drietal uit Chicago zet een korte en wisselvallige set neer. Het gitaarspel van Chris Sutter is ruw en hakkend, maar ook een beetje fantasieloos en hierdoor ontbeert een aantal in aanzet aardige liedjes de benodigde zeggingskracht. In een enkel snel nummer doet de band wat denken aan The Thermals, maar het merendeel van de songs wordt in midtempo gespeeld. De mensen in Eindhoven waarderen Meat Wave wel, al blijft het publiek op grote afstand van de band staan.

The Gories openen met Hey Hey, We're The Gories en de toon is meteen gezet: dit wordt een avond met een portie heerlijke garagebluespunkrock'n'roll. Wel een korte avond trouwens, want het optreden duurt ongeveer een uur. Het instrumentarium is beperkt tot het hoogst noodzakelijke: twee gitaren en een drumstel bestaande uit twee trommels met op een daarvan een tamboerijn. Meer heeft de primitieve en trashy muziek van The Gories niet nodig.


Opvallend is de stoïcijnse Peg O'Neill, die zich echt alleen maar beperkt tot basic drumslagen, allemaal in twee- of vierkwartsmaat. De gitaren van Mick Collins en Danny Kroha doen het werk, waarbij Collins alle solo's voor zijn rekening neemt en Kroha de wat zwaardere partijen speelt zodat een basgitaar niet gemist wordt. De garagerockpareltjes, waarin ook de geest van John Lee Hooker rondwaart, rijgen zich aaneen. Steeds als de gedachte op dreigt te komen dat het allemaal wel veel op elkaar lijkt, komt de band net even anders uit de hoek, met een ander gitaarloopje, een Bo Diddley-shuffle of een bak gitaarnoise (in de Suicide-cover Ghostrider).  Af en toe lijkt het wel of het trio nog niet helemaal goed op elkaar is ingespeeld en het dak gaat er ook niet echt af in De Effenaar, maar dat zijn slechts kleine kanttekeningen. The Gories zijn gewoon dé garagerockband van eind jaren tachtig, begin jaren negentig, en hun rudimentaire, goudeerlijke muziek overtuigt in 2015 nog steeds.

 
https://www.facebook.com/pages/The-Gories-official/274813555900045

http://www.effenaar.nl/


maandag 18 mei 2015

Vuige garagerock op tweede EP van The Scrap Dealers

The Scrap Dealers - The Scrap Dealers

Jaune Orange, 2014


De tweede EP van het uit Luik afkomstige vijftal The Scrap Dealers is al verschenen in november 2014, maar is op 24 april 2015 (opnieuw) op vinyl uitgebracht door het Jaune Orange-label. Terecht, want de garagerock van de Walen is de moeite van het beluisteren meer dan waard.

'The Scrap Dealers' telt zeven titels, maar er staan acht nummers op de plaat. Na de zevende track volgt nog een titelloze bonustrack, die de plaat ter afsluiting in wat rustiger vaarwater brengt. Detoneren doet dit lied met zachte gitaren, tamboerijn en ingehouden zang echter niet; het is juist welkom na de enerverende garagerock in het kleine half uur eraan voorafgaand. 

De twee nummers waarmee de LP opent, No Sense In Your Eyes en I'm So Proud, zetten op energieke wijze de toon. Het geluid van de band is gruizig en de songs zijn gebaseerd op doorlopende, stuwende riffs en opzwepend gitaarwerk, soms neigend naar psychedelische rock. De zang is wat vervormd en een tikje eentonig (en dat blijft de hele plaat zo) maar past goed bij de muziek.  

Na de twee ferme openers is het daaropvolgende Evil Ride toch even schrikken, omdat dit nummer minder ruig en zelfs enigszins lichtvoetig klinkt. Eenmaal van de schrik bekomen blijkt Evil Ride toch doel te treffen, door een mooi jengelende gitaar en een sterke melodie. In For Another Day gaat het tempo wat naar beneden en wordt een jaren negentig-sfeer gecreëerd dankzij een duidelijke shoegaze-melodie. Het knappe is dat de iets minder energieke tracks niet ten koste gaan van de herkenbaarheid van de plaat maar binnen de beperkte bandbreedte waarin The Scrap Dealers opereert voor de broodnodige variatie zorgen.

Kant B van de LP heeft alle ingrediënten die kant A zo boeiend maken, de verrassing is er alleen wat af. Zo was het me bijna ontgaan dat dat ook I Need You Tonight barst van de energie en gebaseerd is op een stuwende riff. Snelste en kortste nummer op de plaat is Step Brother: garage punk in optima forma. De minst opvallende track van de EP is het daaropvolgende If I Were Your Only Son omdat melodie en riff net iets minder urgent klinken dan op de voorgaande zes nummers.

'The Scrap Dealers' is zo'n plaat die overal en ook weer nergens op lijkt. Een echt onuitwisbare indruk achterlaten doet het allemaal nog niet, maar voor een potje vuige garagerock ben je bij The Scrap Dealers aan het juiste adres. Een groeiplaat is 'The Scrap Dealers' evenmin, maar dat hoeft ook niet, het is zo al lekker en er valt genoeg te beleven om deze plaat nog vaak uit de kast te trekken. Benieuwd naar hoe dit live klinkt!

The Scrap Dealers spelen op 25 juli tijdens de Zwarte Cross te Lichtenvoorde en op 6 september tijdens het Bruis Festival te Maastricht.

https://thescrapdealers.bandcamp.com/

https://fr-fr.facebook.com/TheScrapDealers



zondag 17 mei 2015

Live: Monomyth & Raketkanon

Gigant, Apeldoorn

Vrijdag 15 mei 2015

 

Gigant in Apeldoorn pakt op vrijdagavond uit met een dubbelconcert met twee bands die muzikaal niet zoveel met elkaar te maken hebben. Raketkanon is theatraal en explosief; Monomyth is statisch en moet het juist van de lange adem hebben. Toch blijkt de combinatie te werken, al zullen we nooit weten of dat ook het geval zou zijn geweest als Monomyth het spits had afgebeten in plaats van Raketkanon.

Dat Raketkanon binnen is, dat zullen we weten. Ik heb zelden een zo provocatief zootje ongeregeld aan het werk gezien. De blikken van de bandleden spreken boekdelen: hier staat een band die niet van plan is het publiek met rust te laten. Op de eerste rij worden we nog wel vriendelijk, met een handdruk, welkom geheten door drummer Pieter de Wilde. Al vrij snel nadat het kabaal van Raketkanon is losgebarsten, springt zanger Pieter-Paul Devos van het podium af om vlak voor het publiek zijn kunsten te vertonen. Als hij zegt dat het publiek één kans krijgt om verder naar voren te komen omdat hij anders naar het publiek toe komt, werkt dat nog ook. Later loopt hij tussen de gelaten toekijkende mensen door, zachtjes zingend, om plots recht in iemands gezicht te schreeuwen. De drummer heeft kennelijk zin om te zoenen, want hij pakt een mannelijke toeschouwer recht op zijn mond. Gitarist Jef Verbeeck spreekt ons wel even aardig toe en zegt dat de band het op prijs stelt dat we zijn gekomen. Daarna volgt echter: 'Behalve jij'. Devos vervolgt: 'En jij. En jij. En jij. En jij.' Sommige nummers worden kort nadat ze zijn ingezet weer afgebroken en je hebt het idee dat het expres gebeurt, om te pesten. Je krijgt in ieder geval niet het idee dat het de band interesseert dat het fout gaat. Als toeschouwer weet je eigenlijk steeds niet of je met rust gelaten zult worden of niet en daardoor ontstaat een wat ongemakkelijk, onbehaaglijk gevoel, wat natuurlijk precies de bedoeling is van de mannen die Raketkanon heten.




Werd er ook nog gemusiceerd door de heren? Ja, nou en of. Raketkanon vuurt het ene na het andere zware en felle salvo het publiek in. De muziek wordt aangedreven door drummer De Wilde, gestuwd door de synth van Lode Vlaeminck en van buskruit voorzien door gitarist Verbeeck. Zanger Devos komt bijna niet boven de instrumenten uit, maar storen doet dat niet. Het van effecten voorziene gezang/geschreeuw/gefluister/gemurmel/gekrijs is ook op plaat onverstaanbaar en fungeert gewoon als vierde instrument en dat past goed bij de harde noiserock van de Belgen. Er wordt geput uit beide platen van de band, waarbij opvalt dat live bij de nummers van 'RKTKN#2' de gitaar wat meer en de synth wat minder prominent aanwezig is dan op het album. Overigens wordt niet alleen maar keihard uitgehaald; in nummers als Elisa wordt ook spanning opgebouwd. Als de band het na een uur voor gezien houdt, is duidelijk dat Raketkanon met hun arrogante, provocatieve houding wegkomt en een steengoed optreden neerzet dat menigeen zich nog lang zal heugen.

Monomyth is van een geheel andere orde. Deze band speelt een combinatie van krautrock. stonerrock en spacerock. Ik zag het vijftal al een aantal malen en steeds zeer overtuigend aan het werk. De lange, repetitieve stukken missen hun uitwerking niet: voor je het weet verkeer je in een heerlijke flow die door de muziek wordt opgewekt. Het is muziek waar je lekker in kunt gaan 'hangen'. Elk stuk werkt langzaam maar gestaag naar een climax toe, soms gebeurt dat binnen een nummer een paar keer, en steeds is het dan ongenadig raak. Dat de muzikanten van Monomyth al spelend geen moment van hun plaats op het podium wijken is geen probleem, want de concentratie waarmee wordt gemusiceerd is boeiend genoeg om naar te kijken en de rook- en lichteffecten (veel stroboscoop) doen de rest.




Toch is het optreden in Apeldoorn niet het sterkste optreden dat ik van Monomyth heb gezien. Dat komt vooral doordat in het begin het geluid nog niet goed staat afgesteld. De bas van Selwyn Slop is veel te prominent aanwezig, overheerst het geheel, en vooral het gitaarspel van Thomas van den Reydt komt daardoor aanvankelijk wat minder goed uit de verf. Synthspeler Tjerk Stoop is kennelijk ook niet tevreden over het geluid, want tijdens opener Surface Crawler loopt hij van achter zijn instrument vandaan naar de geluidsman toe. Dan blijkt dat zijn bijdrage aan het geluid van Monomyth essentieel is; de band klinkt een stuk kaler zonder synth. Na het tweede stuk (het ondanks het niet ideale geluid weer prachtige Vanderwaalskrachten) is het probleem opgelost en is het genieten als vanouds. Wel valt op dat drummer Sander Evers steeds met dezelfde drumslagen de climax inluidt, maar voorspelbaarheid is bij Monomyth geen zwakte maar een kracht. De band gaat helemaal loos in The Groom Lake Engine. Zoals steeds wordt het optreden afgesloten met het lange 6EQUJ5, het laatste stuk op 'Further', de tweede en laatste plaat van Monomyth. Ik ben voorbereid op een geweldige apotheose en die komt er ook. Ik ben benieuwd of de band ooit nog voor een andere afsluiter zal kiezen, want 6EQUJ5 is als slot gewoon perfect.

Het is klaar voor vanavond en het is goed zo. Na afloop begeef ik me nog even naar de merchandise, waar de grappen van Raketkanon gewoon doorgaan. Behalve CD's, LP's, T-shirts en tassen, wordt me ook de zanger van Raketkanon te koop aangeboden. Ik sla het aanbod vriendelijk af, want ik wil hem graag nog eens aan het werk zien, evenals de rest van de band. En evenals Monomyth uiteraard.

Monomyth is nog te zien en te horen op 30 mei in 't Ukien te Kampen en op 6 juni tijdens Kaderock in en rondom Musicon te Den Haag.
Raketkanon speelt op 29 mei tijdens het Sniester Festival in het Paard van Troje te Den Haag, op 5 juni in De Nieuwe Nor te Heerlen en op 4 juli tijdens Conincx Pop te Elsloo.


http://www.raketkanon.com/

http://www.monomyththeband.com/

http://www.gigant.nl/podium/